xxxx

Caesar & Cleopatra
pagina 2

x
Het spelverloop
Aan het begin van zijn beurt mag een speler ervoor kiezen om ofwel helemaal niets te doen en alleen kaarten te ruilen, ofwel een aantal acties te ondernemen. In het laatste geval bestaat de beurt uit vier onderdelen:
1) De speler mag een actiekaart uitspelen, die veelal bedoeld zijn om de tegenstander verschrikkelijk dwars te zitten.
2) Vervolgens moet er ofwel één kaart dicht, ofwel twee kaarten open aangelegd worden bij de patriciërgroepen.
3) De kaartenhand wordt weer aangevuld tot vijf kaarten; de speler mag daarbij zelf kiezen hoeveel hij er daarvan van de actiekaartenstapel, en hoeveel van de invloedkaartenstapel bijtrekt.
4) Dan wordt de vertrouwensvraag gesteld. Na het afhandelen daarvan is de beurt voorbij.
Dit herhaalt zich totdat ofwel alle patriciërkaarten verdeeld zijn tussen de spelers, ofwel alle invloedkaarten op zijn en geen van beide spelers nog wat aan kan leggen. Dan worden de punten geteld:
- 1 punt per gewonnen patriciër,
- 1 punt extra als je van een patriciërgroep de meerderheid bezit,
- nog een punt extra als je alle patriciërs van een groep bezit,
- en tot slot nog twee punten als je je geheime opdracht vervult hebt: aan het begin krijgen beide spelers (blind!) een kaart gedeeld waarop staat van welke patriciërgroep ze een
meerderheid moeten behalen voor deze bonuspunten.

Quelle surprise: degene met de meeste punten heeft de strijd gewonnen!

Bijzonderheden
Een aantal grappige opmerkelijkheden van het spel! In de eerste plaats zit er in het invloedkaartendek, behalve de 1-5 genummerde kaarten, ook een filosoof-kaart. Wanneer deze bij een patriciërgroep ligt, begint deze filosoof zodanig te lullen als Brugman dat bij een vertrouwensvraag de speler met de minste invloedpunten opeens wint en dus de stem van de patriciër krijgt! Deze kaart zal natuurlijk dicht neergelegd worden, zodat de tegenspeler geen weet heeft van het feit dat er nu om de minste invloed gestreden wordt! Leggen beide spelers een filosoof aan bij dezelfde groep, dan heffen ze elkaar op en gaat het weer wel om de meeste invloed. Stof voor psychologische dilemma’s dus: heeft de tegenspeler daar nou een filosoof liggen, of wil hij alleen maar die indruk wekken omdat hij juist vermoedt dat jij er zelf eentje hebt neergelegd???

Ook met de actiekaarten kun je alle kanten op: het verwijderen van een openliggende kaart van je tegenstander, het herschikken (en dicht weer terugleggen!) van je eigen kaarten, het openleggen van de kaarten van je tegenstander, een kijkje nemen in de handkaarten van je tegenstander en er eentje afleggen zijn nog maar enkele voorbeelden!

Erg leuk is dat de Caesar- en Cleopatrakaarten verschillend ontworpen zijn: in Romeinse en Egyptische stijl, respectievelijk. De invloedskaarten 1-5 in het Egyptische dek worden vertegenwoordigd door slavinnen, danseressen, priesteressen, sterrenkijkers en schriftgeleerden, terwijl het Romeinse dek slaven, Centurions, gigolo’s, Consuls en Prefecten bevat.
x
x
x