xxxx

Die Säulen von Venedig
pagina 2

x
x

En dan zijn er nog drie rollenkaarten waarmee gespeculeerd kan worden, en die ongeveer hetzelfde doen maar anders heten. Met de speculant, vanaf 3 spelers in het spel, hoopt een speler dat iemand anders een bouwmeester heeft gespeeld; in dat geval mag hij direct 6 punten op de lijst bijschrijven. De uitvinder (vanaf 4 spelers) gokt op het uitspelen van een teerder, en de handelaar (vanaf 4 spelers) op het uitspelen van de raadsheer. Ook in deze gevallen mogen er 6 punten worden bijgeschreven, indien de gok juist bleek te zijn. Tenslotte schuift de startspelerkaart alleen door, wanneer een van de spelers een raadsheer of bouwmeester heeft gespeeld.

De regels zijn simpel, het spel is zó uitgelegd, en het spel heeft een lage drempel die onevenredig is met het niveau waarop het gespeeld kan worden. Bij een eerste spel verloopt alles in aanvang zo’n beetje geordend: er worden palen gezet, iedereen bouwt in zijn eigen hoekje, en niemand is elkaar al teveel tot last. Maar dit verandert al gauw. Het spel heeft veel meer potentie dan het rechtlijnige palen slaan, stadsdelen pakken en bouwen: met de spion kan bewust in de kaartenhand gezocht worden bij die speler die een van de speculantenrollen op zijn hand heeft. De spion hoeft dan alleen maar zijn blik over de tafel te laten glijden om te zien of de desbetreffende rol inderdaad is gespeeld, om er 6 punten mee te kunnen scoren. Er is dus ook noodzaak om te onthouden welke kaart bij welke speler zit. Ook de bedelaar kan erop gokken dat een bepaalde speculantenkaart wordt gespeeld: hij hoeft ‘m dan alleen maar te kopiëren om ook voor de 6 punten in aanmerking te komen.
x
Eigendomsschijfjes kunnen worden gebruikt om de eigen kavel te reserveren, maar kunnen ook dienen om ergens tussen andere palen mee te snoepen als er daar gebouwd gaat worden. Zuur is het dan wel, als een andere speler de advokaat speelt en de kavel wordt overbouwd zonder dat er de punten voor kunnen worden gepakt.

Een speler heeft overigens een kleine kans om lang gondoliere blijven, zeker niet omdat de rolkaart net als alle andere aan het eind van een spelersronde wordt doorgegeven. Het is te hopen dat de volgende speler andere, hogere prioriteiten heeft dan het willen worden van de gondolière. Hierin zit al een afweging, maar een andere afweging is om deze kaart te spelen wanneer de speler zelf startspeler is of er links naast zit; op deze manier heeft hij in de huidige ronde, als er tenminste gebouwd wordt langs het kanaal, tenminste al profijt van deze rol gehad.
x
En rollen kunnen worden vastgehouden! Zeker tegen het eind, als de palen schaars worden, kunnen spelers die in punten achterlopen besluiten om deze kaarten bij zich te houden en op andere manieren proberen om aan punten te komen en aansluiting te vinden. Door de saboteur worden dan nieuwe vrije plekken gecreëerd waarvoor anders nieuwe palen nodig zouden zijn. En de spion of de bedelaar zijn ook door hun kracht gewilde kaarten; elke startspeler zal uit de kaartenhand van een speler willen trekken waarvan hij weet of vermoedt dat deze een dergelijke of anderszins gewenste kaart op de hand heeft.
x
Door de rollen, en de daarmee gepaard gaande afwegingen, ontstijgt ‘Die Säulen von Venedig’ de middelmaat. De sfeer aan tafel is goed, er is de nodige interactie, het buikgevoel doet mee, en ook de strakke planner komt aan zijn trekken. Het spel kan met z’n tweeën worden gespeeld, maar vanaf vier spelers, en liever meer, komt het pas echt tot zijn recht. Verder ziet het spel er sfeervol uit; de gondel is een extra toevoeging en was niet strikt noodzakelijk geweest, maar dat ie erin zit draagt bij aan de sfeer, en dat willen wij als spelers juist!
x
Sfeer zit er dus genoeg in, al moet qua realiteit niemand met het stratenplan van Venetië aankomen want dan vindt ie geen overeenkomsten. Dat hoeft ook niet, we willen eenvoudigweg een goed spel, en dat hebben we met ‘Die Säulen von Venedig’ beslist gekregen!
© 2007 Richard van Vugt

Die Säulen von Venedig, Christian Fiore & Knut Happel, Goldsieber, 2006 - 2 tot 6 spelers vanaf 10 jaar, 45 tot 60 minuten

x
x
x