xxxx

Babel

pagina 2

x
De volkseigenschappen
- De Meden: Abwanderung. De volkseigenschap van de Meden bestaat uit het wegsturen van een bepaald volk van de tegenstander. Deze moet aan zijn kant van het bord (in de regio in kwestie) alle kaarten van een door jou gekozen volk weghalen.
- Sumiriërs: Seitenwechsel. Het activeren van Sumiriërkaarten heeft tot gevolg dat het volk dat de tegenstander als laatst heeft aangelegd in die regio overloopt naar jouw kant. Als dat meerdere kaarten van hetzelfde volk zijn, lopen ze allemaal over.
- Hethiten: Baustufenraub. De Hethiten plegen een roofoverval: de bovenste tempelbouwkaart van de tegenstander mag je bovenop jouw tempel in deze regio leggen.
x
- Persen: Baustufensprung. Bij het activeren van Persen mag je een bouwfase overslaan: je mag dus b.v. van tempelwaarde 2 naar 4 springen, en 3 overslaan.
- Assyriërs: Tempeleinsturz. De Assyriërs hebben wel de meest ingrijpende eigenschap: de hele tempel in een regio van de tegenstander wordt van het bord gevaagd.
Je puntenaantal is de som van de waarde van je tempels. De winnaar is de speler die als eerst 15 punten haalt, met als voorwaarde dat de tegenstander op dat moment minder dan 10 punten heeft. Zo niet, moeten er 20 punten behaald worden voor een overwinning, of moet het puntenaantal van de tegenstander teruggebracht worden tot onder de 10 punten.
x
Babel heeft veel meer in zich alleen maar tempels bouwen van zo hoog mogelijke waarde. De kracht van het spel zit vooral in de mogelijkheden die de eigenschappen van de volkeren bieden. Door de verschillende acties en eigenschappen slim te combineren sta je af en toe verrast te kijken van wat er allemaal mogelijk is met je beschikbare kaarten! Soms zit je zo een paar minuten te rekenen om een werkplan te ontwikkelen: als je eerst naar blauw reist om te bouwen, om vervolgens verder te reizen naar geel waar je een tempel van je tegenstander kunt stelen, heb je dan genoeg kaarten over om door te reizen naar groen en daar alle Persen van je tegenstander te laten ‘abwanderen’?
Ook het mechanisme om het spel uit te maken is leuk: 15 punten is alleen maar genoeg om te winnen als de tegenstander onder de 10 punten is blijven hangen. In de praktijk is het puntenverschil meestal niet zo groot, en dan gaat het spel de eindfase in: de eerste persoon die ofwel meer dan 20 punten haalt, ofwel de tegenstander weet terug te brengen tot onder de 10 punten heeft gewonnen.
Door een tempel van waarde 6 van de tegenstander te vernietigen, valt hij 6 punten terug. In verhouding tot de 15 of 20 punten benodigd om te winnen is dat veel! De Assyriërkaarten, die zo’n tempeleinsturz kunnen veroorzaken, zie je dus niet graag liggen bij de tegenstander. Maar gelukkig zijn er nog Meden en Sumiriërs, waarmee je eventuele Assyriërs van de tegenstander respectievelijk kunt laten deserteren of overlopen naar eigen zijde.
Kortom: er zijn zowel sterke aanvalsmogelijkheden, als dito verdedigingsstrategieën. Dat maakt Babel een heel gelijkwaardig spel, waarin beide spelers gelijke mogelijkheden hebben. De winnaar is degene die zijn mogelijkheden het best benut! Het kaartengeluk speelt een zeer kleine rol: er zijn maar 5 verschillende volkenkaarten, en aan het begin van elke beurt mag je drie kaarten trekken. De kans dat je aan een bepaald type kaart niet kan komen is daarom minimaal. Babel staat garant voor ongeveer 45 minuten lang krakende hersenen!
© 2003 Barbara Lussenburg

Babel, Uwe Rosenberg en Hagen Dorgathen, Komos, 2000, 2 spelers

x
x
x
x