xxxx xxxx

Stone Age
Auteur: Michael Tummelhofer
Uitgever: Hans im Glück
Jaar: 2008


recensie door

x
In de steentijd moest er hard worden gewerkt, daar hebben wij gewoon geen weet van! Gelukkig was de illustrator erbij en heeft voor ons alle bedrijvigheid op het digitale doek vastgelegd; zo kunnen we zien hoe het er toendratijd aan toeging, het lijkt wel een ouderwetse schoolplaat! Zo zien we dat onze spelersstam zich gelukkig op een plek gevestigd heeft waar alle grondstoffen gedolven kunnen worden. En ook op de naburige laagvlakte is een overvloed te vinden van paddestoelen, bessen, vis en vlees, ja, de schijf van vijf werd er al vroeg met de paplepel ingegoten!
x
x
Onze stam, in het begin nog met z’n vijven, moet zich gedurende het spel bezighouden met diverse zaken waarbij het verkrijgen van grondstoffen de basis vormt en het voedsel de noodzakelijke brandstof is. De grond- en delfstoffen worden gebruikt om een stapje hoger op de beschavingsladder te komen: voor het inleveren van verschillende combinaties of hoeveelheden kunnen ontwikkelingskaarten worden ‘gekocht’ die op hun beurt weer ofwel voor nog meer grondstoffen of voedsel, maar uiteindelijk voor punten en eindbonussen zorgen.
x
x
In een beurt zet een speler een of meerdere stamleden op een van de beschikbare plaatsen op het bord. Er mag telkens maar een locatie tegelijk worden bezet, en later bijzetten mag niet meer. De grond- en delfstoffenlocaties hebben allemaal plek voor maximaal zeven figuren, maar in de nederzetting wordt het krapjes: een of twee. Ook elk van de ontwikkelingskaarten en de hutten kan maar een figuur herbergen. Gelukkig is op de laagvlakte ruimte genoeg om iedereen lekker te laten ravotten; er is hier geen limiet en dat is maar goed ook, want alle stamleden moeten aan het eind van een ronde van voedsel worden voorzien.

x
Dat kan geleidelijk met wat akkerbouw worden ondervangen: zet in een ronde een mannetje aan het werk, en het volume van de graanschuur van je stam gaat blijvend een puntje omhoog. Omdat iedereen dat wel zou willen, is er op de akkers maar plaats voor een figuur - je zou zeggen: vele handen maken licht werk, maar daar hadden ze toen nog geen diepgravend onderzoek naar gedaan. En omdat iedereen wel van werk vrijgesteld zou willen worden om met z’n vriendin in een hut bloemen- en bijenonderzoek te gaan doen, is ook deze optie beperkt: twee plekken, en die moeten direct door twee leden van dezelfde spelersstam worden bezet. Aan het eind van een ronde mag een speler dan een extra figuur uit de voorraad op z’n spelersbordje zetten.
x
x
Iedere speler zet een of meer figuren in op een van de beschikbare plekken, en dit gaat zolang door totdat iedereen alles gezet heeft. De startspeler voert nu eerst alle acties uit op de plaatsen waar zijn figuren staan, in een zelf te kiezen volgorde. Een niet onbelangrijk attribuut wordt hierbij in het spel gebracht: dobbelstenen! Want bomen kappen voor hout, voedsel zoeken, of goud; wie dacht dat dat zomaar vanzelf ging? Daar moet toch even een kleine onzekerheid worden ingebouwd: het aantal ingezette mannetjes is het aantal dobbelstenen dat gegooid mag worden; de som van deze worp wordt gedeeld. Bij voedsel zoeken is de factor twee, bij hout drie, en zo gaat het verder tot goud: delen door zes! Dan is het misschien niet zo handig, dat er op een goudlocatie maar een enkel mannetje staat!
x
Gelukkig is hier ook een verzekering voor: in het dorp is een plek waar gereedschap wordt gemaakt. Als hier een figuur is gezet, mag een speler een bijltje pakken en op zijn spelersbordje leggen. Dit bijltje, eerst met waarde een maar op te waarderen tot waarde vier, mag hij eenmalig in een ronde inzetten om bij zijn worp te tellen.
Tegelijkertijd mocht ook ingezet worden op de ontwikkelingskaarten, en bij de nieuwbouwhutten. Deze worden verkregen tegen de afgebeelde, soms willekeurige materialen; de punten voor een hut worden meteen op het scorespoor verwerkt.
x
x
Op de bovenste helft van een ontwikkelingskaart staat telkens afgebeeld wat een speler ervoor krijgt; vaak is dit een grondstof, soms voedsel. De onderste helft laat zien wat voor eindbonus er in een bepaalde categorie wordt gegeven. Hier kan bewust gewerkt worden naar een grote stam in combinatie met een goedgevulde graanschuur, veel hutten, of sjamanen. Tien ontwikkelingskaarten hebben dobbelstenen in de bovenste helft, waarbij gegooid moet worden om te zien wat er voor grondstof wordt gekregen. Gelukkig wordt er met net zoveel dobbelstenen gegooid als er spelers zijn, dus er is nog keus, en: de andere spelers mogen ook iets kiezen uit de overgebleven worpen! Iedereen blij!
x
x
Aan het eind van een ronde heeft iedereen zijn figuren weer op zijn eigen bordje liggen, en start een nieuwe ronde met het een voor een inzetten van een of meerdere figuren.
Het spel is uit wanneer de ontwikkelingskaartenstapel op is, of een van de huttenstapels. Daarna worden de bonussen op de ontwikkelingskaarten nog verwerkt.
x
x
x
Ja, we zijn leuk bezig, en de sfeer is goed! Die is met name zo goed, omdat het hele bord, en al het overvloedige materiaal zo sfeervol is en in feite het spel draagt: het goud wordt kant en klaar in goudstaven gedolven, het leem is al tot steenvorm gebakken en de prachtige illustraties helpen ons meteen om bij die kouwe steentijd een warm gevoel te krijgen!
x
x
Het goudgele graanveld zou op een poster uit vroegere werkmanstijden zeker niet hebben misstaan! En dan hebben we de gratis en voor niks bijgeleverde kalfslederen dobbelbeker nog niet genoemd - maar dit kan nu ook van de lijst worden afgevinkt!
Niemand zit ons echt dwars, en iedereen krijgt wat, al krijgen sommigen wat minder. Jij een paar punten, ik ook, en zo kabbelt het verder; het is een erg vriendelijk spel. De diverse dobbelworpen zijn een aardig element, met name de worpen op de ontwikkelingskaarten waarbij voor elke speler wat leuks wordt gerold.
x
Natuurlijk moet de naburige stam in de gaten worden gehouden als ie wat al teveel ontwikkelingskaarten met een groene achtergrond aan het sparen is - voor de eindbonus leveren acht ervan met verschillende objecten getooid  maar liefst 64 extra punten op!
Maar geen van de spelers hoeft zich wat de eindbonus betreft onbetuigd te laten; ieder heeft wel een categorie waarin ie nog extra punten scoort; voor graan, voor sjamanen; deze krijgt nog twintig punten, die nog veertig, en zo gaat het merendeel van de spelers aan het eind van het spel soms nog tot een rondje of anderhalf het bord rond.
x
Dit puntenfestijn is wel wat veel van het goede; het haalt de scherpte uit het spel. Wat is er mis met een spel dat is afgelopen en waarbij meteen de stand en dus de winnaar kan worden genoteerd? Waarom moet een spel tegenwoordig zo veellagig zijn dat het inleveren van allerlei eindbonussen pas inzicht geeft in de winnaar? Zoals:‘Twee edelstenen is nog een punt’, ‘Honderd geld is nog een punt’, het gedetailleerde gepruts met de schildjes aan het eind in ‘Louis XIV’, minpunten voor onbebouwde tegels en ontbrekende dieren en bedenk verder zelf je eigen voorbeeld.
x
De auteurs en redacteurs in spellenland zijn wel heel erg op de kleintjes gaan letten; soms lijken de overwinningsvoorwaarden op een leveringscontract van Gazprom - niets wordt meer aan het toeval overgelaten. Mag dit in het vervolg weer een ietsje minder uitgewerkt, en wat meer op de hoofdlijnen: de concurrentie op het bord, gericht zijn? Het wordt zo een beetje te lief, te aardig. Een onsje meer venijn dus graag. Bovendien is de speelduur voor het gebodene ook nog eens aan de lange kant.
'Stone Age' is beslist geen slecht spel, maar door het ontbreken van het gevraagde venijn - 't kan vriezen of 't kan dooien - is er niet veel kans op kapotspeelverslaving.
© 2008 Richard van Vugt

Stone Age, Michael Tummelhofer, Hans im Glück, 2008 - 2 tot 4 spelers vanaf 10 jaar, 60 tot 90 minuten


Voor de algehele uitvoering een 10. Wat? De doos kan niet dicht door het vele materiaal? Een 10+!
Speelt lekker weg! Had iets korter gemogen
Da's een 8 met een heel punt aftrek vanwege het eindwaardering-puntenfestijn
x
x
x