xxxx xxxx

Alea Iacta Est
Auteur: Jeffrey D. Allers & Bernd Eisenstein
Uitgever: Alea / Ravensburger
Jaar: 2009


recensie door

x

De liefhebber van het dobbelspel heeft de laatste tijd zijn hart kunnen ophalen. Niet de minste onder spelauteurs hebben zich aan dit genre gewaagd, wat onder meer geleid heeft tot dobbelversies van Ticket to Ride en Kolonisten van Catan, al is dat een beetje gek want daar gooiden we al met dobbelstenen. De vraag is of Alea nog wat zinnigs aan het genre heeft toe te voegen met 'Alea Iacta Est'.
Het spel, in Romeinse setting, wordt gespeeld in een aantal ronden: vijf bij 4 en 5 spelers, en zes bij 2 en 3 spelers. Iedere speler krijgt acht dobbelstenen in de eigen kleur. De startspeler begint een ronde door met al zijn dobbelstenen te gooien. Afhankelijk van deze worp moet een aantal dobbelstenen maar minimaal een op een van de vier Romeinse gebouwen Templum, Senatus, Castrum, en Forum Romanum geplaatst worden. Daarna volgen de overige spelers. Wanneer een van de spelers al zijn dobbelstenen geplaatst heeft, leidt dit het eind van de ronde in. Alle resterende dobbelstenen verdwijnen in het vijfde, meest ludieke gebouw: de Latrina; daarna wordt ieder gebouw afgerekend. Het is de bedoeling om door het innemen van provincies door inzet in het Castrum, deze te bevolken met patriciërs uit het Forum Romanum, en ondertussen nog wat leuke bonussen te halen via de senaatskaarten bij de Senatus. De dobbelstenen in het Templum en zelfs in de Latrina zorgen voor aardige extraatjes. Alles wat de speler binnenhaalt levert roem en dus punten op, en wie aan het eind van het spel hiervan het meest behaalt heeft wint het spel.

x
Aan het begin van een ronde worden bij het Castrum gebouw willekeurig een aantal provincieplaatjes open gedraaid, evenveel als het aantal spelers. De punten voor de provincies variëren van een tot vier, en hebben vijf verschillende namen / kleuren. In het Castrum kan een speler in zijn beurt net zoveel dobbelstenen plaatsen als hij wil, zolang deze maar een gelijk aantal ogen hebben. Gooit hij bijvoorbeeld 1-3-3-4-4-4-4-6 dan kan hij de vier vieren in het Castrum plaatsen maar ook elk van de andere stenen, afhankelijk van de prioriteit van de speler en de beschikbare provincies. Aan het eind van de ronde mag de speler die de langste rij heeft in het Castrum als eerste een keus maken uit de beschikbare provincies, gevolgd door de speler met de op een na langste rij, en zo verder. Bij een gelijke stand wordt gekeken naar de hoogste ogen in de rij; 4-4-4-4 wint van 3-3-3-3. In een volgende beurt mag een bestaande rij van een speler uitgebreid worden, of ook een tweede, andere rij begonnen worden om hopelijk meer provincies in een ronde te verwerven.
x
De provincies moeten bevolkt worden door patriciërs, te verkrijgen in het Forum Romanum. Aan het begin van een ronde wordt een aantal patriciërplaatjes open gedraaid. Het aantal plaatjes is gelijk aan het aantal zuilen in Forum, wat weer afhankelijk is van het aantal spelers; minimaal vier, maximaal zeven. Op iedere zuil in het Forum kan een dobbelsteen geplaatst worden. De dobbelstenen in het Forum worden van links naar rechts en van laag naar hoog geplaatst. In een beurt kan een speler een of twee dobbelstenen in het Forum plaatsen. Twee dobbelstenen kunnen alleen geplaatst worden als er een 1-4 of 2-3 combinatie in de worp zit. Anders kan een enkele willekeurige dobbelsteen geplaatst worden. Eventueel aanwezige dobbelstenen die een gelijk aantal ogen of hoger hebben, worden een plaatsje naar rechts verschoven. Verschuiven de dobbelstenen hierdoor van het Forum af, dan komen ze automatisch op de pot, eh, Latrina terecht.
x
x
Aan het eind van de ronde mag de speler wiens dobbelsteen het meest links ligt het eerst een keuze maken uit de etalage van patriciërs, gevolgd door de tweede in de rij, enzovoort. De patriciërs kunnen een mannetje of een vrouwtje zijn, variërend in waarde van een tot en met drie punten en hebben kleuren die overeenkomen met de kleuren van de provincies waar ze thuishoren. De bedoeling is dat aan het eind van het spel de patriciërs in hun eigen provincie geplaatst worden, waarbij er ook nog rekening mee moet worden gehouden dat dit alleen in de evolutietechnisch succesvolle combinatie man-vrouw toegestaan is. Patriciërs zonder bijbehorende provincie zijn aan het eind van het spel helemaal niets waard.
x
Voor een mooie bonus op de te vergaren provincie/patriciërs combinaties kunnen de senaatskaarten zorgen, die te verkrijgen zijn in de Senatus. Hier gaat het om het plaatsen van de langste straat.  De speler mag hier in zijn beurt net zoveel stenen plaatsen als hij wil, als hij maar zorgt dat er één straat in de Senatus van zijn kleur komt of uitgebreid wordt. Aan het eind van de ronde mag de speler met de langste straat als eerste uit drie blind getrokken bonuskaarten trekken. De speler op de tweede plaats mag als tweede kiezen, dobbelstenen van andere spelers verdwijnen naar de Latrina.
x
Alle bonuskaarten zijn  in principe goed; sommige leveren bonuspunten op afhankelijk van het aantal of soort provincies en/of patriciërs, terwijl andere speciale provincies voorstellen die het huisvesten vergemakkelijken.
x
Inzet van dobbelstenen in het Templum leveren aan het eind van de ronde direct punten op. Boter bij de vis, zogezegd. De eerste speler die voor dit gebouw kiest plaatst hier één willekeurige dobbelsteen en pakt blind een zgn. fortuinfiche. Deze fiches liggen als geschud stapeltje klaar en ieder fiche kan 1, 2 of 3 punten waard zijn. Een volgende speler moet altijd één dobbelsteen meer plaatsen, met bovendien een aantal ogen dat hoger is. Deze speler mag dan ook wel één fiche meer pakken. Aan het eind van de ronde wordt gekeken wie nu de meeste dobbelstenen geplaatst heeft. Deze speler mag twee fiches houden, de overige spelers altijd nog één. Bijplaatsen bij eerder geplaatste dobbelstenen is ook hier toegestaan. Overigens doet dit gebouw niet mee bij het spel met 2 of 3 personen.
x

Tot slot de Latrina. Alles wat aan dobbelstenen overblijft aan het eind van een ronde wordt hier geplaatst; er mag dus niet tijdens een ronde voor gekozen worden. Iedere dobbelsteen hier levert altijd nog een repete fiche op; deze kunnen in volgende ronden ingezet worden om één of meer dobbelstenen opnieuw te gooien. Anders levert ieder tweetal fiches aan het eind nog altijd een punt op.
Aan het eind van spel plaatsen de spelers de patricïers onder hun provincies, waarvan sommige gevormd zullen worden door senaatskaarten. Lege provincies zijn een punt minder waard dan hun aangegeven waarde. Opgeteld worden punten voor provincies, patriciërs (voor zover gehuisvest), senaatskaarten, fortuinfiches en repete fiches. De speler met de meeste punten wint!

x
x
x
Alea Acta Est is een intelligent dobbelspel, leuk om te spelen en grappig uitgevoerd. De wijze waarop de dobbelstenen worden geplaatst is erg origineel en alhoewel het om dobbelstenen gaat, zorgt het toch voor de nodige afwegingen. 'Moet ik voor die vier punten provincie gaan, terwijl ik nu een grote straat gooi, terwijl ik die rode patriciër ook nog nodig heb...' Hoewel vooral de bonuskaarten doen vermoeden dat er met een fraaie opbouw tactisch/strategisch gespeeld kan worden, is het spel te kortademig om dit waar te maken, zeker met vier of vijf spelers. Met twee of drie spelers kan er iets meer gepland worden, maar bovenal geldt toch het advies om vanuit de buik te spelen!
Natuurlijk is het ook een vrij eenvoudig spel, maar de regeltjes voor het plaatsen van de dobbelstenen op de verschillende gebouwen vereisen wel de nodige uitleg, waardoor er toch een regelboekje van acht pagina’s vereist is, plus een los blad waarop alle Senatorkaarten worden uitgelegd. Dit roept de vraag op wat Alea’s doelgroep voor dit spel is: de veelspelers zullen wellicht hun neus ophalen voor een dobbelspel, terwijl de familiespeler vooral afgeschrikt zal worden door zoveel regels.
Deze bespiegelingen terzijde geschoven hebben we een leuk spel voor ons, met zorg gemaakt. Een speler kan eigenlijk altijd wat leuks doen in zijn beurt, inclusief het dwars zitten van een medespeler, en hoe slecht het ook gaat, er is altijd wel een beloning aan het eind. En dat alles zorgt er voor dat 'Alea Iacta Est' boven de middelmaat van (dobbel)spellen uitstijgt.
© 2009 Edwin van de Sluis

Alea Iacta Est, Jeffrey D. Allers & Bernd Eisenstein, Alea / Ravensburger, 2009 - 2 tot 5 spelers vanaf 9 jaar, 60 minuten


x
Zie ook de
x
x
x