xxxx xxxx

Rialto
Auteur: Stefan Feld
Uitgever: Pegasus Spiele
Jaar: 2013


recensie door

x x
We beginnen maar eens met de doos. Daar is door mensen met verstand vast lang over nagedacht, zoals: Hoe doet ie het in een schapsituatie? Onderscheidt het spel zich met deze illustratie? En ja, dat doet het wel degelijk. Tussen de trend van sfeervolle plaatjes van bouwheren, Italiaanse landschappen en adellijke figuren, is deze illustratie zeker opvallend te noemen. Alleen voelt het alsof we in de jaren zestig en zeventig terecht zijn gekomen, tussen 3M-titels als 'Contigo', 'Twixt', 'Ploy', 'Feudal' en andere abstracte spellen, qua sfeer en qua titel. De gestileerde doosillustratie doet een beetje denken aan een linosnede, vandaar de associatie met de goud op snee dozen van 3M. De illustratie onderscheidt zich terdege van de sfeervolle dozen van andere spellen, alleen: als contrast is ze nogal sfeerloos, en doet ze vrij koud en abstract aan.

x

Een spel dat in Venetië speelt, moet het juist van sfeer hebben, van intriges; we moeten de donkere steegjes voor ons zien, en in het nachtelijke duister het water tegen de muren horen klotsen. Een vage schim in de verte. De sfeer van ‘Don’t look now’ / ‘Wenn die Gondeln Trauer Tragen’.
Maken we de doos open, dan vinden we een speelbord met daarop de bekende plattegrond van Venetië. Maar: ook de wijken zijn sfeerloos ‘ingekleurd’, en kennen vanwege een overbodige regel betreffende bonuspunten eigenlijk maar twee kleuren in diverse tinten. De ‘suspense’ moeten we halen uit de scoretrack rond het bord, waar wat lantaarntjes branden tegen een nachtelijke achtergrond met de silhouetten van huizen. Wel goed kijken, want het is allemaal nogal klein.
In zes ronden worden de zes wijken - per spel in telkens andere volgordes - afgelopen. Ja, de raadsheren zijn weer present, en ze willen net als de capo’s elders in Italië gewoon macht. Want dat vertaalt zich meestal in geld, en dat laat de aarde draaien, wordt gezegd; dus uiteindelijk allemaal voor het goede doel en in ons eigen belang, nietwaar.

x
Op een eigen spelersbordje mag elke speler alvast een gebouw zetten die hij in het spel tijdens een bepaalde fase tegen betaling mag inzetten; een extra kaart op de hand houden, bijvoorbeeld. Want het inzetten van raadsheren gebeurt met kaarten, een specifieke kaart zelfs. Met andere kaarten kan geld worden verdiend, een brug of een gebouw worden gebouwd, of de doge worden aangeroepen waar op een apart spoor patsituaties doorbroken worden en welke de spelersvolgorde aangeeft waarin de nieuwe kaarten van een ronde mogen worden gepakt.
x
Elke ronde worden er van een blinde stapel rijtjes van zes kaarten uitgelegd, eentje meer dan er spelers meedoen. Na het kiezen van een kaartenhand mag een speler nog twee blinde kaarten pakken, maar hij mag er uiteindelijk maar zeven houden. In deze startfase mogen de spelers tegen betaling van een goudstuk een groen gebouw activeren. Hierna begint de eigenlijke ronde, die volgens een vaste volgorde wordt afgewerkt: de startspeler van die ronde - de speler die het meest vooraan staat op het dogespoor - speelt nul of meer dogekaarten uit; de andere spelers volgen.
x
Na elke ronde wisselt de startspeler naar degene die het meeste kaarten heeft uitgespeeld; deze krijgt ook een bonus die hoort bij het type kaart dat is gespeeld. Vervolgens worden de geldkaarten gespeeld, dan de gebouwen, bruggen, gondels en tenslotte de raadsheren waarvan het aantal kaarten bepaalt hoeveel er in de huidige wijk vanuit de eigen voorraad mogen worden geplaatst. Tijdens deze fase mogen de gele gebouwen worden ingezet - opnieuw gewoon eerst aftikken, betalen dus! Tenslotte mag elke speler een of meerdere van zijn blauwe gebouwen activeren, die eenvoudigweg dingen doen als punten erbij, de positie op het dogespoor verbeteren, of een gebouw opwaarderen dat niet alleen punten aan het eind van het spel oplevert, maar ook betere mogelijkheden tijdens het spel.
x
x
Staat leuk, die raadsheren in een wijk, maar waar komen nu de punten vandaan? Deze staan aan weerszijden van een brug, die elke ronde gelegd mag worden door de speler die de meeste brugkaarten heeft gespeeld. De speler neemt het bovenste brugfiche van de stapel, en plaatst het ergens op een nog vrije plek tussen twee wijken; maar dat hoeft niet per se de wijk te zijn waar in die ronde de raadsheren worden gezet. Een speler die de meeste gondelkaarten heeft gespeeld mag een gondel plaatsen, in feite ook een brug, maar deze hebben aan beide zijden de minimale waarde van 1.
x
x

Aan het eind van het spel worden de wijken weer stuk voor stuk nagelopen en de waardes van de bruggen en gondels voor die wijk opgeteld; de speler met de meeste raadsheren in die wijk krijgt er de volle punten, een tweede plek de helft naar beneden afgerond, en zo verder. De speler met de meeste punten, eens kijken in de spelregels: wordt de geheime Eminentie van Venetië! Dus mondje dicht en niet verder vertellen, want geheim!

x
x
x
We waren al teleurgesteld door de eerste aanblik, en behalve de kaarten die er pico bello uitzien, is er weinig schitterends te beleven. Het is bijna niet te geloven dat de mooi geïllustreerde kaarten van dezelfde maker zijn als het inspiratieloze speelbord en het futloze spelersbordje. Zo fraai als de kaarten zijn, zo had de rest ook uitgevoerd moeten worden. Het spelen van een spel gaat om sfeer. Die kunnen we zelf maken, die kan door de mechanismen van het spel worden aangeleverd, maar deze kan ook aangezwengeld, geholpen of versterkt worden door de uitvoering. En die is in dit geval bedroevend.
x
x
Een eerste gedachte bij de aanblik van Rialto is: ‘Hee, weer een spel dat in Venetië speelt!’ ‘Ja, of in Florence, aan het Franse hof of in middeleeuws Engeland’, zou tegengeworpen kunnen worden. Maar de gelijkenis met 'San Marco' dringt zich onmiddellijk op, wat betreft het verkrijgen van macht in de verschillende wijken. Alleen heeft 'San Marc'o een veel genialer mechanisme - en een mooiere, sfeervolle, arty kaart, en echte bruggetjes.
x
x
Dat het bij een spel over Venetië om sfeer gaat, hadden de makers van 'Inkognito' ook goed begrepen; hier werd een heel innovatief en indrukwekkend mechanisme bedacht dat de mogelijkheden per beurt aangaf - en de pionnen zijn hier allemaal geheimzinnige carnavalsgangers. Het is terecht dat het spel hier indertijd, in 1988, een aparte prijs - Sonderpreis Schönes Spiel - voor kreeg van de Spiel des Jahres jury.
x
Nee, in 'Rialto' moeten we het doen met platte kartonnetjes op een bleek speelbord. Mag er soms geen mooi plastic materiaal meer in de doos zitten, tegenwoordig?
Maar het spel zelf, hoe speelt dat dan? Nou, net zo saai eigenlijk. Het werkt, zou een vernietigende positieve opmerking kunnen zijn. Maar er is geen vonk, geen spanning. Er gebeurt wat, en er gebeurt nog eens vijf keer wat. Klaar. Zaten we op het puntje van onze stoel? Nee. Was er een: pak aan! momentje? Ook niet. Hebben we ons hoofd moeten vermoeien met snode plannen? Nope.
x

'Rialto' is, het moet er maar uit, een nogal futloos en weinig origineel spel. Gooi het op de grote hoop, probeer het daarna weer terug te vinden en je bent een tijdje zoet. Als 'Rialto' zich wil bewegen op het niveau van de glamour van Venetië, dan is het blijven steken in de massa’s toeristen en gidsen met parapluutjes. Een doge is in geen velden of wegen te bekennen...
© 2013 Richard van Vugt

Rialto, Stefan Feld, Pegasus Spiele, 2013 - 2 tot 5 spelers vanaf 10 jaar, 45-60 minuten


Soort kruising tussen San Marco en Strasbourg, maar haalt het niveau van beide niet
x
x
x