xxxx xxxx

Die Glasstraße
Auteur: Uwe Rosenberg
Uitgever: Feuerland Spiele
Jaar: 2013


recensie door

x

Beieren is al van oudsher het Europese centrum van de glasproductie. Ter lering ende vermaeck loopt er door het Beierse Woud de ‘glasroute’ van 250km met voor het publiek toegankelijke glasovens en soortgelijke bezienswaardigheden. In Die Glasstraße herbeleven wij het gouden tijdperk van de glasblazerij: in vier periodes bouwen we allerhande gebouwen met zand, hout en tegels, natuurlijk voorzien van zelfgeblazen glas.

xx

Het spel is uitgerust met maar liefst twee rondels per speler, die fungeren als een teller die bijhoudt hoeveel grondstoffen zij bezitten. Op iedere rondel zitten twee wijzers bevestigd die op ‘8 uur’ staan ingesteld; in de grootste uitsparing bevinden zich de ‘gemakkelijke’ grondstoffen, aangegeven met houten schijfjes. In de kleine uitsparing ligt 1 complexe grondstof: glas bij de ene, en baksteen bij de andere rondel. Wanneer een speler grondstoffen krijgt, schuift het betreffende schijfje door in de richting van de klok. Zodra de wijzers kunnen bewegen in de richting van de klok (doordat de positie rechts van de wijzers niet door grondstoffenschijfjes bezet is) gebeurt dit meteen: daardoor komt het schijfje voor de complexe grondstoffen, baksteen en glas, op een hoger getal te liggen, en alle eenvoudige grondstoffen juist op een lager getal. In feite betekent dit dat er van iedere eenvoudige grondstof 1 exemplaar is ingeleverd, waarmee 1 complexe grondstof geproduceerd is.

x
x
Wanneer een grondstof, eenvoudig of complex, wordt gebruikt om iets mee te bouwen of betalen, wordt het schijfje naar een lager getal geschoven. Er zijn drie categorieën gebouwen die gebouwd kunnen worden: het eerste type is een productiegebouw: lever iets in om iets anders te krijgen. Kan naar hartenlust gebruikt worden in een beurt. Dan zijn er de sofort-gebouwen, die onmiddellijk iets opleveren, maar daarna geen nut meer hebben. En tot slot de puntengebouwen, die aan het eind van het spel punten geven als aan bepaalde condities voldaan wordt. De gebouwen bouw je op je eigen spelersbordje. Daarop is al wat ruimte, maar er ligt ook nog bos, en wat andere landschapstegels, die nog verwijderd moeten worden alvorens die locatie als bouwperceel benut kan worden.
x
x
Iedere speler heeft een set van 15 identieke handkaarten. Dit zijn karakterkaarten waarmee allerhande acties uitgevoerd kunnen worden. Het belangrijkst zijn de kaarten waarmee je gebouwen kan bouwen; zonder gebouwen geen overwinning. Maar gebouwen kosten grondstoffen, dus zijn er ook kaarten om grondstoffen mee te krijgen. Gewoon een afgedrukt aantal grondstoffen pakken, of een grondstof naar keuze, of zoveel grondstoffen als je landschappen van een bepaald type hebt. Het neerleggen van nieuwe landschappen behoort ook tot de mogelijkheden, of juist het bouwrijp maken van bostegels.
x
Iedere bouwperiode bestaat uit drie kaartenrondes. Aan het begin van de bouwperiode kiest iedereen vijf kaarten uit die hij deze ronde graag wil gebruiken. Vanuit die vijf kaarten kiest iedereen 1 kaart, die hij blind voor zich neerlegt. De startspeler draait als eerste zijn kaart open. Alle andere spelers die diezelfde kaart nog in hun hand hebben (dus niet blind op tafel!) zijn dan verplicht deze open te leggen. Als dat gebeurt mag eerst de startspeler één van de twee op de kaart afgebeelde acties uitvoeren, en daarna de andere spelers met diezelfde kaart. Maar als er geen andere spelers zijn met dezelfde kaart, dan mag de actieve speler allebei de acties uitvoeren. Daarna is de volgende speler aan de beurt, en die doet precies hetzelfde. Omdat er drie speelrondes zijn, kan iedereen dus sowieso drie van de vijf geselecteerde kaarten uitspelen, met één danwel twee acties per kaart. Maar het is dus mogelijk om de overige twee kaarten ook uit te spelen, omdat een andere speler deze kaart opendraaide terwijl jij hem nog op de hand had. Na vier bouwperiodes is het spel afgelopen. Punten zijn er te verdienen voor gebouwen, en voor speciale condities afgebeeld op sommige gebouwen. Bijvoorbeeld, 2 punten voor iedere aangrenzende watertegel, of 1 punt per zand (grondstof) die de speler nog op zijn rondel heeft liggen.
x
x
x
x
Gebouwen leveren punten op, het is dus zaak er daar zo veel mogelijk van te bouwen. Dat kost tijd, en grondstoffen. Het is dus alleszins gunstig om zo veel mogelijk acties te kunnen uitvoeren. Daar zit ook meteen de manco van het spel. In het meest gunstige geval heeft een speler in een ronde drie kaarten die hij helemaal alleen mag uitvoeren, dus allebei de acties per kaart, en lift hij daarnaast nog tweemaal mee voor één actie met een andere speler, dus acht acties in totaal. In het minst gunstige geval moet een speler driemaal zijn actiekaart delen, en lift hij nooit mee met een andere speler, dus heeft hij drie acties in totaal. Daar zit nogal een groot verschil tussen. En hoe beïnvloed je dat? Dat is eigenlijk onmogelijk. Bij een spel als Machiavelli (Ohne Furcht und Adel) zijn de karakterkaarten zo onderscheidend dat je er nog een portie filosofie cq. mensenkennis op kan loslaten: ‘Pietje wil heel graag bouwen, die neemt vast de bouwmeester’. Zo niet in Die Glasstraße. Pietje wil heel graag bouwen? Er zijn vier karakterkaarten met een bouwactie. Pietje heeft zo te zien dringend hout nodig? Dat kan met maar liefst zes karakterkaarten geregeld worden. En ga zo maar door. Op deze manier is het dus absoluut niet mogelijk om in te schatten welke kaarten de medespelers geselecteerd hebben, zelfs niet als je wel correct hebt ingeschat welke actie ze graag willen uitvoeren. Nog onmogelijker is het om te raden in welke volgorde ze de kaarten gaan uitspelen! Het berust dus voor vrijwel 100% op toeval of je nou drie of acht acties mag uitvoeren in een ronde.
x
Ook de gimmick met de rondels werkt niet helemaal. Zodra de posities rechts van de wijzers vrij komt, draait de rondel. Of je dat nu leuk vindt of niet. Dat zou nog te rechtvaardigen zijn als je zelf dan tenminste nog enige invloed kon uitoefenen op de kaarten die je uitspeelt, en in welke volgorde je dat doet, maar dat is dus ook al niet zo. Het gebeurt maar al te vaak dat je precies vier klei hebt die je nodig hebt voor het bouwen van een gebouw. Je legt je bouwmeesterkaart blind voor je neer om als eerste uit te spelen: je hebt er zin in! Maar… dan speelt een medespeler een andere kaart uit. Die jij ook op de hand had. Die moet je nu direct uitspelen. Hierdoor krijg je er een grondstof bij, je rondel draait door en.. toen had je nog maar drie klei! Natuurlijk mag je weigeren een actie uit te voeren, maar die kaart had je niet voor niks uitgezocht en had je óók dringend nodig voor de overwinningsstrategie. Als zoiets eenmalig gebeurt in het spel valt daar prima overheen te stappen, maar Die Glasstraße is een aaneenschakeling van soortgelijke frustraties. Veel kaarten kosten een grondstof om ze te mogen gebruiken. Met al dat (soms ongeplande) gedraai van die rondel is het vrijwel ondoenlijk om aan het begin van een bouwronde in te schatten welke selectie van kaarten en acties je de garantie biedt dat je die kosten kan betalen, op welk moment je ook dankzij de actie van een medespeler gedwongen wordt je kaarten uit te spelen.
x
Tel daar nog bij op dat er weinig opbouw in het spel zit. Iedere ronde zitten de spelers autistisch in hun kaartenhand van 15 kaarten te graaien: de mogelijkheden zijn te talloos en iedere actie komt te vaak op de karakters voor om het geheel goed te kunnen overzien. Daarna volgt een repetitieve afhandeling van de kaarten, waarbij verveling wordt afgewisseld met frustratiemomenten van het kaliber ‘wolkjes stoom uit de oren’. Hierdoor is het spelplezier al snel ver te zoeken.
© 2014 Barbara van Vugt

Die Glasstraße, Uwe Rosenberg, Feuerland Spiele, 2013 - 1 tot 4 spelers vanaf 12 jaar, 20 minuten per speler


x
x
x