xxxx xxxx

Tribun
Auteur: Karl-Heinz Schmiel
Uitgever: Heidelberger Verlag
Jaar: 2007


recensie door

x
Als naar macht en invloed zuchtende patriciërfamilie duiken de spelers Rome in, om op verschillende locaties contacten te onderhouden of hun invloed te doen gelden. Daarna willen ze dit bij de verschillende facties van betekenis in de stad omzetten in macht, geld, roem of invloed, al naargelang de behoefte. De categorieën waarin de spelers elkaar de loef proberen af te steken zijn tribuun, gunst van
de goden, legioenen, lauwerkransen, facties, en geld. Wanneer een speler aan een vooropgesteld en afhankelijk van het spelersaantal aantal voorwaarden uit deze opsomming heeft voldaan, heeft deze het spel gewonnen.
Omdat het oude Rome afgezien van een aantal imposante gebouwen zoals het Pantheon nog slechts grotendeels als ruïne bestaat, is er voor ons op het spelbord een 2000 jaar oud en dus contemporain stadsplan getekend, waarbij in de spelregels meteen wordt gewaarschuwd hier geen rechten aan te ontlenen, want er zijn illustratieve en geschiedkundige vrijheden genomen; maar met de houten pionnen voor de neus was er al zo’n vermoeden dat de dingen niet zo letterlijk opgevat moeten worden! De spelers worden voor aanvang van het spel nog met vier factiekaarten van zeven mogelijke facties en wat geld uitgerust.
x
De pionnen worden na elkaar op locaties ingezet, waar meestal factiekaarten te halen zijn. De manier waarop de kaarten, of soms lauwerkransen, kunnen worden verkregen wisselt per locatie, en is een van de charmes van het spel. Dat kan van 1 tot 3 sestertiën voor een enkele kaart, of 1 sestertie voor drie kaarten, terwijl er voor een enkele lauwerkrans twee dezelfde factiekaarten uit de hand moeten worden afgegeven. Soms moet er om kaarten blind worden geboden als er mededingers zijn. Een pion in de geldpoel geplaatst, en een speler kan op de andere terreinen weer even vooruit. Maar ook in de latrinen is het mogelijk om aan geld te komen; het blijft een aanvechting om de overduidelijke link nìet te leggen want als de auteur ‘m ons voorzet, schieten wij ‘m er vervolgens geheel rechtmatig in, nou let op hè, hier komptiedan: pecunia non olet!
x
Als Rome volgens de wijknummers is afgelopen en elke speler weer handkaartenmunitie heeft, wordt de rij van de facties afgelopen. Spelers die daar een pion hebben gezet geven hiermee aan om hun invloed bij die factie te willen laten gelden, of zelfs de factie die al onder invloed van een speler staat over te willen nemen. Invloed nemen gaat dus met kaarten: leg twee of meerdere kaarten van die factie(kleur) uit, en je hebt ‘m overgenomen. De kaarten blijven voor de speler liggen om de mate van invloed aan te geven.

x
Het overnemen van een factie als deze al in het bezit is van een speler gaat als volgt: een speler legt ofwel meer kaarten van die factie uit, ofwel een hogere waarde. Simpel, klaar, niks geen verdediging of gedobbel, hoewel de Romeinen verstokte dobbelaars waren - dat kregen we al bij godsdienstles voorgeschoteld toen ze Zijn Kleed onder het kruis (dat leverde zo’n mooi mediageniek bijbelplaatje op!) aan het vergokken waren; maar ook op het Romeinse Forum zijn nog de tekenen van een dobbelspel in het marmer gekrast te zien. Voor overnames worden nog extra bonussen gegeven - heel even lijken we weer in de huidige tijd beland - en als er een factieaanvoerder bij was betrokken ook nog eens het extraatje van die aanvoerder.
x
Hierna worden de privileges van de facties uitgereikt; elke speler met invloed in een factie krijgt er het bijbehorende privilege bij, van een lauwerkrans of een extra pion in de volgende beurt, het mogen kopen van een legioen, tot het krijgen van de gunst van de goden of de tribuun, waar niet zo gemakkelijk is aan te komen omdat daar extra voorwaarden aan verbonden zijn.
x
x
Nou, niks moeilijk! Dat gaat zo een ronde of vier, vijf door, tot iemand bingo! roept en de rest verbaasd opkijkt dat de betreffende speler z’n setje voorwaarden al bij elkaar heeft, terwijl de anderen er toch ook bijna waren. Want dat is het enige minpuntje: dat het niet altijd even duidelijk is wat iemands status is, dus hoe dicht een speler tegen de overwinning aan zit.
Natuurlijk zijn er nog vele nuances onbelicht gebleven, zoals het blokkeren met de strijdwagen - een leuk extra gadget - tegen de overname van een factie, maar hee, we zitten hier niet om de twaalf pagina’s spelregels met uitgebreide voorbeelden en historische achtergronden over te typen maar wel om te waarschuwen voor een verslavend leuk spel! ‘Tribun’ is een heel onderhoudend en sfeervol ‘kaartspel-plus’ dat in minder dan een uur gespeeld kan worden. En dobbelen, nou, dat doen we dan wel in een ander spel!
© 2007 Richard van Vugt
Tribun, Karl-Heinz Schmiel, Heidelberger Spieleverlag, 2007 - 2 tot 5 spelers vanaf 12 jaar, 60-90 minuten


x
x
x