xxxx xxxx

Taluva
Auteur: Marcel-André Casasole Merkle
Uitgever: Hans im Glück
Jaar: 2006


recensie door

x
Taluva is een fictief eiland, vermoedelijk ergens in de Stille Zuidzee, met een hoog gehalte aan vulkanische activiteit. Ondanks dit onrustbarende feit hebben vier natuurvolkeren ervoor gekozen om zich juist op dit eiland te vestigen. Ze proberen om hun hutten, torens en tempels op zo gunstig mogelijke locaties neer te zetten, om zo een bloeiende samenleving op te bouwen.

Het speelbord wordt gaandeweg opgebouwd uit tegels die bestaan uit drie aan elkaar bevestigde zeshoeken. Op iedere tegel staat precies één vulkaan afgebeeld, en nog twee andere, variërende landschappen. Wanneer een speler aan de beurt is legt hij allereerst een blind getrokken tegel aan, en vervolgens plaatst hij een of meer gebouwen in zijn spelerskleur. Een tegel mag altijd op ‘begane grond niveau’ aangelegd worden, zolang deze met minstens één zijde aan een andere tegel grenst.
x
Verdiepingen bouwen mag ook, maar dan worden de legregels iets ingewikkelder. Een tegel moet geheel ondersteund worden door andere tegels, en mag dus niet gaan 'zweven'. Verder is het niet toegestaan om een tegel precies bovenop een andere tegel te plaatsen, er moet met overlap, ‘in verband’, gebouwd worden zoals we dat vroeger ook met Lego deden. Verder moet de vulkaan op de nieuw te plaatsen tegel bovenop een andere vulkaan gelegd worden, wat de plaatsingsmogelijkheden meteen flink begrenst. Tot slot mogen hutten wel overbouwd worden; deze gaan dan uit het spel. Tempels en torens mogen niet overbouwd worden.
x
Waartoe dit alles dient wordt geheel duidelijk bij het volgende aspect van de spelersbeurt: het plaatsen van gebouwen. Er zijn vier opties: het plaatsen van een hut, het uitbreiden van een nederzetting, het plaatsen van een tempel of het plaatsen van een toren. Een hut mag op iedere gewenste lege plek op de begane grond neergezet worden, behalve op vulkaanvelden. Maar op deze wijze mag er slechts één hut per beurt gebouwd worden, en dat schiet niet erg op.
x
x

Met de optie ‘nederzetting uitbreiden’ gaat het al een stuk sneller. Een nederzetting wordt gedefinieerd als alle hutten, tempels en torens van dezelfde kleur die aangrenzend staan. Bij het uitbreiden van een nederzetting kiest de speler een van zijn nederzettingen uit, en wijst een type landschap aan (oerwoud, gras, water, zand of rots). Op alle vrije landschapstegels van die soort die aangrenzend liggen aan zijn nederzetting mag hij vervolgens hutten plaatsen. Betreft het een begane grond, dan komt er één hut te staan, op een tweede bouwlaag twee hutten, op een derde bouwlaag drie hutten enzovoorts. Een tempel mag gebouwd worden op een vrij veld aangrenzend aan een eigen nederzetting. Om voldoende aanloop naar de tempel te garanderen moet die nederzetting wel uit minstens drie velden bestaat, en uit religieus concurrentieoogpunt mag er nog geen tempel aanwezig zijn in de nederzetting. Een toren moet ter bevordering van het uitzicht persé op een derde bouwlaag geplaatst worden, aangrenzend aan een eigen nederzetting waarin nog geen toren staat.

De speler die als eerste twee van zijn drie verschillende gebouwenvoorraden (20 hutten, 3 tempels, 2 torens) op het bord heeft weten te plaatsen wint het spel. Als echter de landschapstegels uitgeput zijn voordat dit bereikt is, wint de speler die de meeste tempels heeft gebouwd.

Goed, twee van de drie soorten bouwwerken op het bord plaatsen leidt naar de overwinning, maar welke twee? In eerste instantie zou je denken dat 2 torens en 3 tempels een stuk sneller op het bord staan dan 20 hutten. Maar omdat de plaatsingsregels voor tempels en torens een stuk lastiger zijn om aan te voldoen dan voor hutten is dat niet automatisch het geval. Een derde bouwlaag bouwen voor een toren bijvoorbeeld valt lang niet mee; vaak liggen de vulkanen niet op de goede plek, heeft een tegenspeler een tweede bouwlaag zo geplaatst dat er eenvoudigweg geen ruimte meer voor is, of staat iemands tempel, die niet overbouwd mag worden, in de weg. Dat overbouwen is overigens vaak geen nadeel maar een voordeel. Alle hutten die overbouwd worden gaan uit het spel; het is dus niet zo dat je ze zelf weer terugkrijgt en ze nog een keer moet bouwen om je huttenvoorraad op te krijgen. Een aantal eigen hutten overbouwen en op precies dezelfde locatie weer opnieuw hutten plaatsen, maar dan meer, omdat ze op een hogere bouwlaag komen, helpt aardig om de hutten snel op het bord te krijgen.

x
Ook de beperking dat er per nederzetting slechts één tempel en toren gebouwd mogen worden is op te lossen met overbouwen: overbouw een eigen hut waardoor de connectie van de nederzetting met de tempel/toren vervalt, en bouw vervolgens een nieuwe tempel/toren in de restanten van de nederzetting. Voor de gelegenheden waarin je juist niet graag overbouwd wilt worden: door het slim plaatsen van de landschapstegels zijn er regio’s te creëren die niet overbouwd kunnen worden, bijvoorbeeld door gaten tussen de tegels te laten vallen zodat er geen tegel meer bovenop past. Heel belangrijk detail: wie aan de beurt is maar geen speelstuk op het bord kan zetten, bijvoorbeeld omdat hij alleen nog tempels en torens heeft, maar er geen locaties op het bord zijn waar deze legaal geplaatst kunnen worden, ligt er meteen uit en heeft sowieso verloren! Daarom is het raadzaam om de hutten, die op ieder vrij veld geplaatst mogen worden, niet al te snel op te maken.
x
Het is in Taluva goed in te schatten wat de mogelijkheden van de tegenstanders zijn, en je kan ze daarom ook leuk dwarszitten. Daarom heeft Taluva soms wel een hoge frustratiefaktor, maar daar moeten we gewoon tegen kunnen! De houten speelstukken zijn prachtig vormgegeven, evenals de lekker dikke landschapstegels, zodat het spel ondanks het abstracte niveau toch sfeer heeft. Voeg daarbij de korte speelduur van onder de 60 minuten, en je hebt een hardstikke leuk spel in handen!
© 2007 Barbara van Vugt

Taluva, Marcel-André Casasola Merkle, Hans im Glück, 2006 - 2 tot 4 spelers vanaf 10 jaar, 45 minuten

Mooi uitgevoerd spel doet tactische diepte vermoeden dat het niet helemaal heeft. Optimaal met twee spelers; met drie of vier spelers nagenoeg geen planning mogelijk. Gevaar voor 'Denk Verlamming'.
x
x
Zie ook de
x
x