xxxx xxxx

De Koningsburcht
Auteurs: Inka en Markus Brand
Uitgever: The Gamemaster / Eggertspiele
Jaar: 2008


recensie door

x
De keus voor de locatie van een burcht is niet moeilijk: hoog op de rotsen. De bouwtekeningen voor de diverse onderkomens zijn daarna snel gemaakt. Welke ervan worden gebouwd, is aan de twee tot vier spelers, die voor elk gebouw punten of geld ontvangen. Zij zorgen er ook voor dat de benodigde materialen te bestemder plaatse komen en dat de financiële middelen niet opdrogen. Tegen betaling worden gezellen het ambacht bijgebracht door ze bij reeds voltooide gebouwen te plaatsen; zij geven aan het eind van het spel bonuspunten.
x
De aanvoer van materialen, de mankracht en het geld wordt door acht rollenkaarten gestuurd waarvan er elke ronde telkens een wordt uitgespeeld en voor de speler blijft liggen. Alle spelers kiezen tegelijkertijd een rol uit de kaarten die ze nog op de hand hebben. Een ervan, de bouwmeester, zorgt ervoor dat alle uitgespeelde rollen weer op de hand kunnen worden genomen waarna een speler de volgende ronde weer de keus heeft uit alle rollen.
x
Die bouwmeester is trouwens een apart typje, zo’n linkmichel die een beetje gebruik maakt van andermans inspanningen, waarschijnlijk om via roddel en achterklap in een beter blaadje bij de burchtheer te komen: wanneer een of meer spelers de metselaar, steenhouwer of arbeider heeft gekozen èn ermee iets heeft gebouwd, kan de speler die de bouwmeester speelde voor elk van die gebouwen gratis en voor niets vijf punten op de lijst bijschrijven. En bedánktééj!
x
Met de handelaar, de metselaar en de drie arbeiderkaarten komen de spelers aan hun materialen; elk van de arbeiderkaarten heeft een andere mix van telkens drie materialen waarvan er nog een kan worden weggenomen door een andere speler als deze de steenhouwer heeft gekozen; de gedupeerde speler krijgt als pleister op de wonde een geld.
x
Nu even wat middeleeuwse economie: de materialen zijn verschillend in waarde. Zand vertegenwoordigt 1 bouwpunt, hout 2, klei 4 en steen 5 bouwpunten. Op de bouwtekeningen van de gebouwen staat hun waarde in bouwpunten. Een speler kan elke combinatie in materialen maken, máárrr: hij moet gepast betalen, èn met tenminste drie verschillende materialen! En daar begint het gepuzzel, want de gebouwen hebben allemaal een even waarde: 8, 10, 14, tot 30 toe. De te verdienen punten voor het bouwen van een gebouw zijn nagenoeg evenredig, al levert het bouwen van meerdere kleinere gebouwen uiteindelijk wel meer punten op.
x
Kan een speler wel zo vaak bouwen? Nou, neuj. Een spel strekt zich over twaalf of vijftien rondes uit, afhankelijk van het aantal spelers, en de metselaar, de meest gewenste rol omdat deze voor het volle puntental kan bouwen is eenmaal uitgespeeld niet meer beschikbaar totdat de bouwmeester alle rollen weer terugroept. En met acht uit te spelen rollen is twaalf rondes niet veel. Het spelen van de bouwmeester voelt bovendien als een verloren beurt, tenzij met wat buikgevoel het juiste moment is gekozen en de kaart wordt gespeeld in een ronde waarbij een of meer andere spelers bouwen en de bouwmeester er gratis voor kan punteneren.
x
Bovendien moet er telkens genoeg geld in kas zijn om de gezellen te plaatsen, een niet onbelangrijk onderdeel omdat deze voor cruciale bonuspunten zorgen, dus de geldbode moet ook van tijd tot tijd komen langsrijden.
x
En als een speler al zo vaak zou kunnen bouwen, heeft ie dan ook voldoende materialen tot zijn beschikking? Met het spelen van een arbeider krijgt een speler drie materialen - als ie niet wordt dwarsgezeten door de steenhouwer. Dan kan de metselaar meer opleveren: bij de bouwtoren worden telkens als een speler de handelaar heeft gespeeld, een of meer materialen gelegd - de metselaar mag er alles van één soort inladen; twee steen is dan al meteen tien bouwpunten waard.
x
Of we spelen de handelaar en zetten in eerste instantie een hulpje bij een van de materialen die we wensen; de plek moet wel vrij zijn maar als alle posities zijn vergeven mag een speler een ander hulpje wegsturen en er zelf gaan staan. Vervolgens mogen alle spelers die er een hulpje hebben staan materialen pakken maar moeten er eentje bij de bouwtoren afgeven: vier zand pakken: een afgeven; twee steen pakken: een afgeven; het is, hopen we, nu ook duidelijk voor de overige materialen?
x
We kunnen pas gezellen uitventen als er een groot gebouw is gebouwd; een toren of huisje levert slechts punten of geld op. De velden waar een gezel kan worden gezet geven aan wat er voor betaald moet worden; het soort eindbonus staat er in begrijpelijke iconografie achter.
Punten voor gebouwen worden direct vergeven; de eindbonus wordt per gebouw afgehandeld. Sommige gebouwen hebben plaats voor meerdere gezellen, maar de eerste plek is soms goedkoper, of biedt een dubbel aantal punten. Het ene gebouw geeft een bonus voor elk niet gebouwd gebouw, terwijl het andere juist uitgaat van de gebouwde plekken. De hoeveelheid geld of zilver kan bij bepaalde gebouwen in punten worden omgezet, of een maximum van vijf materialen kan een op een worden omgezet van bouwpunten naar ‘echte’ punten. Voor elk wat wils!
x
x
x
‘De Koningsburcht’ ziet er prachtig uit en dat hebben we ook nu weer aan Michael Menzel te danken. De beproefde warmgele sfeer die we in ‘Stone Age’ al tegenkwamen, is ook hier vastgehouden. Michael is een meester in de toepassing van lichtvallen: de kaart van de handelaar laat zien wat we zien als we in een bos lopen en de zon door het lover schijnt: allemaal kleine lichtvlekjes. Deze liefde voor detail, en de kunst om elk gezicht - of de basis nu een foto van een vriend, kennis of stockmateriaal is - een eigen karakter mee te geven, laat de kracht van Menzel als illustrator zien: zo’n handelaar, je ziet het simpele maar tevreden leven dat van z’n gezicht straalt - met excuses aan degene die Michael als model heeft genomen!
x
Een spel duurt zelden langer dan een uur; de rondes volgen elkaar snel op. Wel moet elke speler in zijn beurt, als ie een bouwrol heeft gekozen, rekenen wat en hoeveel ie van zijn materialen kan bouwen, en dat kan soms wat langer duren in verband met de passende munt- en materiaalvoorwaarde.
x
Door het beperkt aantal rondes, en door de combinatie van kaarten van een speler met andere spelers, zoals het spelen van een  arbeider terwijl een andere speler een steenhouwer heeft gespeeld of het spelen van een metselaar terwijl er ook een bouwmeester wordt gespeeld, is het kiezen van een rol of de uitkomst ervan echter een redelijk willekeurig gebeuren. Dat er op de achterkant van het bord een wintervariant met een zestal gebeurteniskaartjes kan worden gespeeld, heeft geen echte meerwaarde maar zou net zo goed als standaardversie gespeeld kunnen worden.
x
Het is moeilijk om het te zeggen, maar ‘De Koningsburcht’ is als een mooi verpakte praline waar allerlei exquise ingrediënten in zijn gestopt. Alles straalt ‘lekker’ uit, je ogen zijn voor de eerste verleiding al gezwicht maar op de een of andere manier geven de papillen telkens andere signalen. Uiteindelijk, na herhaald en bedachtzaam proeven, moet je teleurgesteld tot de slotsom komen: alles zit erin, maar deze receptuur leidt niet tot het gewenste delicate resultaat. Rollen kiezen en uitspelen, mannetjes zetten, gebouwen bouwen, het zal allemaal wel, maar het is te toevallig en een speler heeft te weinig richting èn tijd om er tactisch mee om te kunnen gaan. Waar ‘De Koningsburcht’ evenwel uitstekend in is geslaagd, is om aan te tonen hoe goed ‘Puerto Rico’ en ‘Die Säulen der Erde’ eigenlijk wel niet zijn...
© 2009 Richard van Vugt





De illustraties van de rollenkaarten zijn uit de Duitse uitgave; in de uitgave van The Gamemaster zijn deze kaartjes uiteraard in het Nederlands
x
De Koningsburcht, Inka en Markus Brand, The Gamemaster / Eggertspiele - 2 tot 4 spelers vanaf 10 jaar, 45 - 60 minuten


Niets nieuws onder de zon
Met bekende elementen is toch weer een verrassend origineel spel ontstaan
Toch weer anders dan 'Cuba' en 'Die Säulen der Erde'
x
x
x