xxxx xxxx

Nottingham
Auteur: Uwe Rosenberg
Uitgever: Abacusspiele
Jaar: 2006


recensie door

x
Nee, we zijn geen Robin Hood en zijn merry men in het kaartspel Nottingham. We bekijken het klassieke verhaal dit keer vanuit het andere perspectief: dat van de sheriff van Nottingham. Die arme man heeft het namelijk ook niet gemakkelijk: zijn ambtstermijn zit er bijna op, maar hij wil zijn lucratieve baantje liever niet kwijt. Daarom heeft hij dringend geld nodig om een volgende termijn te kunnen bekostigen. Wij, als hulpjes van de sheriff, nemen de taak op ons om dit geld bij elkaar te sprokkelen door bij de arme bevolking de achterstallige belasting te innen. Typisch een moment voor Robin Hood om in te grijpen, zou men denken, maar de prins der dieven laat zich niet zien in dit spel! De inzet is hoog: het hulpje dat het meeste geld binnenhaalt krijgt een baantje als hoofdhulpsheriff, een niet mis te verstane functie die het leuk doet op ieders c.v. - het doel is dus vooral om je medehulpjes van hun geld te beroven, zodat je zelf met de dikste portemonnee voor de sheriff kunt verschijnen!
x
Wanneer een speler aan de beurt is begint hij met het opendraaien van een kaart van de blinde stapel. Op alle kaarten staat een voorwerp afgebeeld, er zijn zeven verschillende; deze kunnen later in het spel geld opleveren. Ook staat op iedere kaart een actie afgebeeld. Die acties zijn gekoppeld aan een voorwerp, bijvoorbeeld: op de kaart met de kandelaar staat altijd de actie ‘stelen’. De speler mag vervolgens kiezen of hij de kaart wil houden, en eventueel later in het spel inwisselen voor geld, of dat hij de afgebeelde actie wil uitvoeren. De zeven acties hebben allemaal tot gevolg dat een medespeler een kaart afhandig wordt gemaakt, alleen de manier waarop dit gebeurt verschilt per actie:
x
1. Stelen/kandelaar: trek blind een handkaart van een speler naar keuze. De bestolen speler krijgt ter compensatie de kandelaar.
2. Beroven/parels: bekijk de handkaarten van een speler naar keuze en kies er een uit. De beroofde speler krijgt ter compensatie de parels.
3. Overval/juwelen: een speler naar keus legt al zijn handkaarten open op tafel, zichtbaar voor iedereen. Kies een kaart, en geef de overvallen speler de juwelen.
4. Kopen/koperen munt: alle spelers moeten een handkaart te koop aanbieden. De actieve speler kiest er een, en geeft de voormalige eigenaar de koperen munt.
x

5. Ruil/schatkist: alle spelers bieden één of twee handkaarten aan in ruil voor de kist. Ruil met een speler naar keuze.
6. Hinderlaag/goudklomp: Pak twee hinderlaagkaarten, kies er een uit en leg deze blind voor je neer, samen met de goudklomp. Op de hinderlaagkaarten staat ofwel een tweetal voorwerpen afgebeeld, ofwel een spelerskleur. Zodra een speler kaarten wil inwisselen voor geld kan een tegenstander met een hinderlaagkaart deze tegen hem uitspelen, waarover zometeen meer.
7. Verdediging/halsketting: deze kaart neem je altijd op de hand en kan uitgespeeld worden als ‘veto-kaart’ wanneer een andere speler een steel-, beroof- of overvalactie tegen je wil uitvoeren.

Nadat de speler een kaart heeft gepakt of een actie heeft uitgevoerd kan hij nog kaarten inwisselen voor geld (overwinningspunten). Drie kaarten met hetzelfde voorwerp kunnen ingeruild worden tegen het bedrag dat afgebeeld staat op de kaart. Maar als je op weg bent naar de plaatselijke bank met je zakje geld ben je natuurlijk het meest kwetsbaar voor hinderlagen van je concurrenten! Een met bladeren afgedekte valkuil in de weg, een verraderlijk vangnet in de bomen: niets wordt geschuwd!
Als een tegenstander een hinderlaagkaart bezit waarop de kleur van de betreffende speler staat afgebeeld, of het voorwerp dat hij wil inruilen voor geld, kan de tegenstander deze kaart tegen hem uitspelen. De tegenstander pakt dan een van de kaarten die de speler had willen inwisselen, en geeft de speler de goudklompkaart ter compensatie.
x
x
x