xxxx xxxx

In Naam van de Koning
Auteur: Alfred Viktor Schulz
Uitgever: Phalanx Games
Jaar: 2007


recensie door

x

Ergens, verborgen door het dichte loof van oude, statige bomen, staat de gerenommeerde Spellen-Bedenkschool; de imposante oprijlaan is omzoomd met een buxushaag in de vorm van de Kramerlijst. Aanmelden is niet mogelijk, kandidaten moeten er speciaal voor op zoek, en de zoektocht maakt deel uit van het leerproces. Eenmaal aangekomen maken ze deel uit van een selecte en ambitieuze groep, waarvan er aan het eind van de leergang maar weinig van over zullen zijn gebleven.

De dag wordt begonnen met een duik in de Frisse Ideeënpoel; afgedoucht wordt er met Verbindende Elementen. Ongelukkige uitvallers krijgen een extra les met als thema: ‘Hou Vol!’ Reguliere vakken behandelen ‘Dobbelstenen en Blokjes’, en in het algemeen staat geld en roem er in hoog aanzien. De docenten dragen Romeinse toga’s of Piratenkostuums; een enkele dissident heeft zijn haar paars geverfd of houdt de kleding op een veilig zwarte kleur. Geloofsgenoten treffen elkaar in een tussenuur op de speelweide achter de houtwerkplaats. Aan de poort staan pushers van AmeriTrash hun plastic uit te venten - de kandidaten lopen er haastig langs.

Een eerste werkopdracht laat zien: Situatieschets & Start, Doel & Mechaniek, Einde & Afhandeling. Diverse lezingen behandelen thema’s als ‘Wat er niet met Water Kan’ of ‘Randomizen - altijd van je af!’ In de turnzaal wordt duchtig geoefend in de figuur 'Voor de Hand Liggen'. Het jaarlijkse uitje met werkopdracht ‘Wat Doe Ik Tijdens Een Beurt Overslaan’ is bijzonder populair, vooral onder de extraverte en immer causerende deelnemers. Ergens op een schoolbord staat dit schema:
x

Verspreid door het gebouw hangen tegelwijsheden als ‘Iedereen Doet Mee’ of ‘Spelen is Leren’. Je doet goed je best, en na een taai examen en het voltooien van je eindwerkstuk ben je geslaagd. Je mag een tegeltje uit het gebouw meenemen, als je er een nieuwe voor in de plaats hangt. Je neemt het mooie ‘De Start Is Het Begin’ van de muur, en hangt er het studentikoze ‘Een Spel Duurt een Tijd, een Speler Verduurt het niet Altijd’ voor terug. En daar sta je dan, met je SpellenDiploma. Keurig opgeleid, met flink wat ambitie, en een hoop ideeën. Wat zul je eens gaan doen: de Romeinen bij de kop nemen, de handelsgeslachten, of iets actueels, iets met het opwarmend milieu? De invloed van je mentor laat zich echter gelden: je neemt een historisch element, waarin analoog aan je eigen situatie, nieuwe horizonten ontsloten worden: de vele fameuze ontdekkingsreizen.

x
Welgemoed ga je aan het werk: je zet een flow chart uit van geld, schepen, handelshuizen en expedities, die de punten noodzakelijk voor de overwinning opleveren. Twaalf ontdekkingsreizen kunnen worden volbracht voordat het spel uit is, maar wacht, voor de punten worden twee scorekaarten in de schepenstapel gestopt. Zo, het eind van het spel is hiermee ook bepaald. Die schepen, die gekocht kunnen worden, daar liggen er vijf van voor aankoop in een etalage, en, misschien ook leuk, we gooien er nog een tweede etalage achteraan; lekker tactisch. De scorekaarten moeten wel op een bepaalde manier door de scheepskaarten worden geschud, zodat we achter de dubbele rij schepen nu nog een derde, blinde rij van scheepskaarten in vijf stapeltjes hebben.
x

Geld! Stom! De spelers moeten geld kunnen verdienen; we geven ze aan het begin alvast een klein bedrag. Verder moeten ze via de handelshuizen aan geld komen, door er schepen van overeenkomstige kleur bij te leggen. O, nog niet gezegd? De schepen kosten natuurlijk geld, maar hebben ook zo hun eigen kleur om bi de betreffende handelshuizen en ontdekkingsreizen aan te leggen. Als laatste tonen de scheepskaarten een cijfer, dat de capaciteit van hun scheepsruim aangeeft. Deze capaciteit komt terug op de handelshuizen en bij de expedities, waar ze, vele kleintjes maken een grote, kunnen worden ingezet.

De handelskaarten kosten ook weer geld, maar niet zoveel: een geld, voordat ze door de inzet van eigen schepen geld kunnen gaan opleveren; een etalage van vier kaarten lijkt voldoende, met een blinde stapel ernaast. Wanneer een handelskaart wordt gespeeld, wordt deze met eigen schepen tot de maximum capaciteit ‘bevoorraad’: de scheepskaarten worden onder het handelshuis gelegd.

x
Tegelijkertijd wordt vastgelegd hoeveel beurten we de schepen willen vastleggen - van een tot drie - omdat drie beurten vastleggen meer geld oplevert dan een. Via twee markeerblokjes in de spelerskleur wordt de keus aangegeven. Met dat geld kunnen weer nieuwe schepen worden gekocht; mooi, alles klopt tot nu toe, en die schepen kunnen dan worden aangelegd bij een expeditie die twee keer in een spel scoort, en, als het de juiste kleur schip is, meer dan anders. O jee! Hoe weten we nu van wie de aangelegde schepen zijn?! Gelukkig valt aan alles een mouw te passen: we leggen er weer gewoon een markeerblokje in de spelerskleur op!
x

Ook leuk: de spelers krijgen drie speciale kaarten gedeeld waarmee ze bijvoorbeeld een schip uit de etalage alvast kunnen bespreken, als ze er in hun beurt nog niet het geld voor hebben om het te kunnen betalen. De twee andere kaarten geven de mogelijkheid om aan een expeditie deel te nemen met een afwijkende kleur schip. En echt tactisch maken we het af met een opdrachtkaart: de spelers hebben nu verschillende belangen aan hoeveel expedities, en met hoeveel schepen ze er deelnemen.

Zo! Dat viel allemaal nog best mee! Een geslaagd spel!

Wat? Onoverzichtelijk? Een hoop gedoe? Valt wel mee toch?
Wat ging er dan mis? Alle elementen zaten er toch in, en zelfs rijkelijk?

Na het opzetten van het spel ligt de tafel bezaaid met kaarten en kaartjes; de ruimte die alles inneemt komt in de buurt van de omvang van een spelbord van het inmiddels failliete Eagle Games, bekend van mammoetuitgaven met spelborden als billiardtafels. Het overzicht is vooral tegen het eind van het spel zoek, als er veel schepen bij de expedities liggen; welke is al vol? We hebben er de grote geldstukken op gelegd om dit aan te geven, maar het is extra informatie bovenop de vele kleuren en subtiele kleurtjes van het spelmateriaal; alles bij elkaar lijkt het wel een parkietenkooi!

x
De speler die zijn schepen de volle drie beurten bij een handelshuis laat liggen en denkt meer geld te krijgen, komt op twee manieren bedrogen uit: het verschil in inkomsten is namelijk te verwaarlozen. Bovendien vormt elke handelskaart een factor voor de speciale opdracht waar elke speler aan het eind van het spel nog eens extra mee kan scoren; hoe meer handelskaarten hij heeft afgewerkt, hoe hoger deze factor. Waarom jezelf dan wat dit betreft op achterstand zetten, als de andere spelers consequent de handelshuizen maar een enkele beurt bezet houden?

Tja, wat is er mis met het spel? Alles werkt, maar het is een hoop gedoe, met minimale interactie en met weinig sfeer. Er is van alles ingestopt: een etalage hier, een dubbele etalage daar, scorekaarten, opdrachtkaarten, speciale kaarten, maar het voelt niet als een compact en compleet geheel en het blijven opgewarmde kliekjes*: alles is eerder, en beter gezien. Ook het geklungel met de markeerblokjes komt erg geconstrueerd over; het hele spel voelt nog als een prototype. Dat komt zeker tot uiting bij de indeling van de opbrengsten op de handelshuiskaarten, en de opdrachtkaarten die allen niet erg gebalanceerd lijken maar eerder met een boekhouderspotlood tot stand gekomen. Wordt er nog geplaytest, tegesworig?
x
Het had ook wel wat compacter gemogen, niet alleen qua oppervlak aan spelmateriaal, maar vooral als spel. En dan was er misschien iets met een spelbord uit de bus gerold; nu zitten we met een flinterdun scorebordje en dito expeditiekaartjes opgescheept en lijkt het op een koopje geproduceerd. En waarom is de werkelijke speelduur ondanks voortvarend doorspelen langer dan aangegeven op de doos?

Waar ging het dus mis? De auteur valt ondanks de introducerende sfeerschets niet zoveel te verwijten - een origineel spelidee kan nog verder worden uitgewerkt en verbeterd; het is eerder de uitgever die met een stringentere redactie dit idee beter had kunnen begeleiden.
Een kritische kijk leidt dan tot een beter product. Het is jammer dat Phalanx hier de laatste tijd geen gelukkige hand in heeft.
© 2007 Richard van Vugt

In Naam van de Koning, Alfred Viktor Schulz, Phalanx Games, 2007 - 2 tot 4 spelers vanaf 10 jaar, 45 minuten

*
x
x
x