xxxx xxxx

Gisborne
Auteur: Carlo A. Rossi
Uitgever: Clementoni
Jaar: 2008


recensie door

x
‘Die ersten Kartographen’ is de ondertitel van dit spel van Clementoni. Klinkt interessant, want zo vaak vinden we ‘cartografie’ niet als thema terug in het bordspel. Gisborne zegt ons in eerste instantie een stuk minder, maar de fraaie vormgeving doet een cartografische ontdekkingsreis in de 18de eeuw vermoeden. Eerst maar eens een ‘stukje open bronnen onderzoek doen’ naar Gisborne. Kijk, dat hadden die ontdekkingsreizigers vroeger nou net niet: Google en Wikipedia. Gisborne blijkt een district en stad op het noordelijke eiland van Nieuw-Zeeland te zijn, genoemd naar een vroegere gouverneur van de voormalige Engelse kolonie. Geen idee wat de man verder heeft toegevoegd ten behoeve van de mensheid in het algemeen en de cartografie in het bijzonder, maar dat doet er nou ook weer niet zoveel toe.
x
Op pad dus maar! Iedere speler kruipt in de huid van een cartograaf, weergegeven door een - vergeleken met het overig spelmateriaal - fors uitgevoerd houten poppetje met rugzak. Verder krijgt elke speler vijf bewegingskaarten, een tentkaart, en een schatkist om de punten op te slaan. Doel van het spel is tijdens een tocht vanaf een startveld (oostkust Nieuw-Zeeland) naar een eindveld (westkust) zoveel mogelijk punten te verzamelen. De tocht verloopt over een aantal landtegels die ingenieus op slechts één manier aan elkaar gelegd kunnen worden. Over de landtegels loopt een uitgestippeld pad dat gevolgd moet worden: het wordt de cartografen in spé niet al te moeilijk gemaakt! Op alle landtegels staat een plaats aangegeven waar puntenfiches open worden neergelegd.
x
Tevens zijn er een aantal plaatsen per veld die voor- of tegenspoed betekenen mocht een spelersfiguur hierop terechtkomen. Dit zijn in feite gebeurtenissen die de voortbeweging versnellen of vertragen dan wel punten kosten. Bij begin van het spel worden alleen de eerste en laatste landtegel open gedraaid; de rest wordt (op één na; voor de broodnodige variatie) geschud en als blinde stapel klaar gelegd. De spelersfiguren worden in willekeurige volgorde op de starttegel geplaatst.
x
Het voortbewegen van de figuren geschiedt met behulp van de handkaarten, voorstellende drie mogelijke manieren van bewegen: te voet, te paard en per luchtballon (jawel, over een pad!), respectievelijk in de ‘kleuren’ brons, zilver en goud. Verder staat op iedere kaart een getal met de bewegingswaarde. Per gouden kaart 3 of 4, voor zilver 2 of 3, en voor brons 1 of 2 vakjes langs het pad. Aan het begin van een ronde kiezen de spelers een setje van kaarten in dezelfde kleur. De hoeveel vakjes die bewogen mag worden is de som van alle getallen op deze kaarten. Beginnend met de figuur die vooraan staat, worden de figuren nu één voor één bewogen. Als een speler zijn tentkaart heeft mee uitgespeeld, slaat hij in feite een beurt over en blijft staan. Alle kaarten mogen dan weer op de hand worden genomen, in tegenstelling tot de andere spelers, die hun kaarten kwijt zijn.
x

Bovendien krijgt deze speler nog twee kaarten (blind) van de stapel. Komt na het bewegen een figuur uit op een vakje met een ander speelfiguur, schuift hij gewoon een plaatsje door, wat tot verrassende resultaten kan leiden. Indien een spelersfiguur zoveel beweegt dat hij van een landtegel afloopt wordt er gelijk van de geschudde stapel blind een nieuwe gedraaid en aangelegd, en loopt de figuur het resterende aantal plaatsen verder. Spannend moment, want wellicht komt een figuur dan op een plek uit die nou net tot de mindere van het ontdekkingsreizen gerekend moeten; het moeras, of, erger, tussen de wolven. Gelukkig behoort een bezoek aan het aan lieftallig dorpje ook tot de mogelijkheden; wat het verplaatsen de volgende beurt vergemakkelijkt.

x

Na het verplaatsen mogen de spelers kaarten bijpakken afhankelijk van het type dat uitgespeeld is: twee bij brons, ééntje bij zilver, en helaas niks na het uitspelen van een gouden setje. Komt hij uit op een veld met een puntenfiche, mag deze in de schatkist worden gestopt, en vindt er een waardering plaats (nadat iedere speler zijn kaarten heeft uitgespeeld). Wat er gebeurt bij een waardering? Afhankelijk van het aantal spelers krijgt men nieuwe kaarten. De speler vooraan (niet noodzakelijk diegene die waardering veroorzaakte) krijgt er altijd drie van de stapel, en mag beslissen - zonder ze te bekijken -hoeveel hij er op hand neemt, en hoeveel hij er als punten in zijn schatkist stopt. De speler op de laatste plek krijgt altijd twee kaarten, maar moet deze alle twee op hand nemen. En dan is het op naar de volgende ronde!

De laatste ronde wordt gespeeld als één van de spelers het strand op het eindveld (het strand) weet te bereiken. Dit levert nog een laatste bonusfiche op. Nog een laatste waardering, en dan is het punten tellen die hopelijk in de schatkist terecht zijn gekomen. De speler met de meeste punten wint!

x
x
x

Als liefhebber van het hedendaagse bordspel,  is wel men wel wat gewend als het gaat om het thema, wat al gauw het predikaat ‘opgeplakt’ krijgt. ‘Gisborne’ maakt het echter wel erg bont. Het thema is er dit geval naast geplakt, zeg maar. Het is meer een race door een - dat moet gezegd - fraai weergegeven landschap. Keuzes bestaan uit het kiezen van de juiste setjes kaarten, om zo uit te komen waar men wil, en na het waarderen hoeveel kaarten men op de hand wil nemen. Een spel dat bedoeld is voor het familiesegment, de lichtere kost zeg maar. De fraaie vormgeving zit de spelers hier wel wat in de weg; als je precies uit wil tellen waar je met je drie gouden ballonkaarten uit zal komen, dan zijn de spelfiguren net iets te groot, en hebben met name kinderen de neiging het vingertje er bij te gebruiken om de stappen uit te tellen, wat weer de bedoeling verraadt...

x
Het veelvuldig kaarten uitspelen, figuurtjes verplaatsen en bijpakken wordt al snel monotoon, de enige opwinding ontstaat dan pas als een spelersfiguur ‘verkeerd’ uitkomt, tussen de wolven of in het moeras. Lachen! Inderdaad: ‘Schadenfreude’, zoals onze oosterburen het zo treffend weten te uit te drukken.
x
Al met al kan ook de fraaie vormgeving (Michael Menzel heeft zich uit mogen leven, dat is duidelijk) niet verhullen dat ‘Gisborne’ een matige middenmotor is. Gisborne zal nog op menig verlanglijstje komen te staan, maar dan wel als exotische reisbestemming. Dat mag de grootste verdienste van dit spel genoemd worden.
© 2008 Edwin van de Sluis

Gisborne, Carlo A. Rossi, Clementoni, 2008 - 2 tot 5 spelers vanaf 8 jaar, 30 tot 40 minuten


x
Lees ook de
x
x
x