xxxx xxxx

Comuni
Auteur: Acchittocca
Uitgever: Huch & Friends / Tenki Games
Jaar: 2008


recensie door

x

In de late Middeleeuwen probeerden de Italiaanse comuni  (bewonersverenigingen) elkaar voorbij te streven in welvaart en aanzien. Naast deze onderlinge competitiedrang hadden de heersers van de comuni ook gemeenschappelijke vijanden, die aan de grenzen van Italië stonden te trappelen om mee te profiteren van de welvaart. De heersers van Milaan, Bologna,  Lucca, Florence en Sienna zullen dus af en toe de onderlinge strijdbijl moeten begraven, en moeten investeren in het gezamenlijk verdedigen van de landsgrenzen tegen rivalen als Venetië of Frankrijk!

x
Afhankelijk van het spelersaantal worden er op het bord kaarten uitgelegd in vier tot zeven kolommen van 1, 2 of 3 kaarten. Deze kaarten komen van vier stapels die achtereenvolgend worden afgewerkt: eerst wordt stapel A opgebruikt, dan B, C en tenslotte D.
x
x

De kaarten kunnen door de spelers gebruikt worden om gebouwen mee op te richten in een van de vier categorieën: economie (geel), religie (bruin), leger (zwart) en cultuur (wit). Iedere speler heeft verder nog vier kaarten die de bouwplaatsen voorstellen voor de vier verschillende kleuren gebouwen. Zodra er aan een gebouw wordt gebouwd, komt de bijbehorende kaart op zijn gekleurde zijde en is het gebouw actief. Actieve gebouwen leveren in de inkomensfase blokjes op van de overeenkomstige kleur. Na het pakken van de inkomsten worden de gebouwen inactief: de bouwkaart wordt naar de zwart-wit zijde gedraaid. Pas wanneer er later een nieuwe verdieping wordt bijgebouwd wordt het gebouw weer actief, en kunnen er later weer inkomsten van gepakt worden.

x

Wie aan de beurt is moet allereerst kiezen uit drie opties:

a. het bieden op een kolom met kaarten op het bord, door er een van zijn drie pionnen boven te plaatsen, eventueel met goud (gele blokjes) erbij. Hij mag ook bij een kolom gaan staan waar een andere speler al eerder op geboden heeft, als hij meer goud betaalt dan deze speler. De verjaagde speler mag dan kiezen om zijn pion en goud terug te nemen, of om tegen betaling van een pelgrim (bruin blokje) in een andere kolom te gaan staan.

x
x

b. als een speler in eerdere beurten een of meerdere pionnen bij kolommen had geplaatst, mag hij al deze pionnen terugnemen en de bijbehorende kaarten op de hand nemen. Goud wat hij eventueel samen met de pionnen had ingezet gaat terug naar de voorraad.

c. een speler mag inkomsten nemen: iedere stad heeft standaardinkomsten van twee blokjes, afgebeeld op het zichtschermpje. Verder krijgt een speler blokjes voor ieder actief gebouw. Een wit gebouw van één verdieping levert één wit blokje op, een zwart gebouw van drie verdiepingen drie zwarte blokjes et cetera.

x
Daarna mag de actieve speler bouwen. Iedere beurt mag hij gratis één verdieping van een gebouw, en één verdieping van een verdedigingsmuur leggen. Als hij nog meer wil bouwen mag dit, tegen betaling van een handwerksman (wit blokje). De speler krijgt voor het bouwen van gebouwen meteen punten bijgeteld: een punt voor een eerste verdieping, twee punten voor een tweede verdieping enzovoorts. Een verdedigingsmuur kan gebouwd worden met een willekeurige kleurkaart. De kaart wordt blindt neergelegd: de achterkant van alle kaarten toont namelijk de afbeelding van een verdedigingsmuur. Muren leveren geen punten op. Aan het eind van zijn bouwfase mag een speler nog maar twee kaarten over hebben; overtollige kaarten worden afgelegd. xx
x

Als een speler tijdens zijn beurt de laatste kaart van een stapel heeft gepakt, vindt een invasie plaats. Hoeveel kaarten er nog in de stapel zitten wordt met een marker bijgehouden op een aparte telrij.

x
De invasies zijn de kern van het spel. De binnenvallende tegenstanders worden steeds sterker, dus er moet met steeds meer vuur verdedigd worden! Bovendien is de vijand meer geïnteresseerd in rijke steden dan in de kwijnende dorpjes, dus wie vooraan staat op de puntenlijst heeft het zwaarder te verduren dan wie achteraan bungelt. Iedere vijand heeft een standaard aanvalswaarde - na de eerste set A heeft de invasie een kracht van 4, bij de tweede set B is dit 8, C is 12 en D 16 sterk - en daarbij moeten alle spelers het aantal punten optellen dat ze voor lopen op de speler met de minste punten en langs het scorespoor hier tijdelijk hun stadwapen leggen.
x
Verdedigen wordt gedaan met legers (zwarte blokjes); ieder leger is een verdedigingspunt waard. Legers kunnen ingezet worden in de gezamenlijke verdediging, of in de eigen stad. Spelers onthullen tegelijk hoeveel legers ze aan de gezamenlijke verdediging spenderen en hoeveel ze in hun eigen stad inzetten. Alle legers die spelers in de gezamenlijke verdediging inzetten worden afgetrokken van de totale kracht van het aanvallende leger, daar profiteren dus alle spelers van.
Legers die in de eigen stad worden ingezet redden alleen de eigen huid, maar de medespelers hebben er niks aan. Legers in de eigen stad mogen op een verdedigingsmuur worden gezet, dan wordt hun kracht 1 + het niveau van de muur; een leger op een derde verdieping is dus 1+3 = 4 punten waard. Op deze wijze moeten alle spelers zoveel verdedigingspunten ophoesten als de aanvalskracht van het binnenvallende leger, anders worden er strafpunten uitgedeeld! De twee spelers die de meeste legers hadden geïnvesteerd in de gezamenlijke verdediging krijgen als beloning een heldenfiche, wat aan het eind van het spel punten oplevert. Wie na de vierde invasie vooraan staat op de puntenlijst wint het spel.
x
x
x
Voor je kunt beginnen met het spelen van Comuni moet je je eerst door de bedroevend slechte spelregels zien te worstelen. Acties die al op pagina één als vanzelfsprekend genoemd worden, worden pas drie pagina's verderop uitgelegd, en enige vorm van een rode draad ontbreekt. Pas na de laatste pagina zijn alle begrippen eindelijk uitgelegd; dan ben je klaar voor een tweede lezing, waarbij je dit keer ook daadwerkelijk begrijpt waar het over gaat.
x
x

En dan blijkt Comuni toch opeens een erg leuk spel te zijn, met veel interessante afwegingen. Wie meteen begint met veel te bouwen, kan bij de inkomensfase veel blokjes incasseren en heeft dus veel middelen tot zijn beschikking. Een nadeel is echter dat veel bouwen leidt tot veel punten, en wie veel punten heeft wordt extra hard getroffen tijdens de invasies. Al te veel voorlopen op de medespelers is dus zeker niet aan te raden. Een spel met een ingebouwd hit the leader effect!

x
Een aardig element is dat de spelers zelf in de hand hebben wanneer de invasies plaatsvinden. Is de stapel bijna op, maar komt een invasie je nu even niet zo goed uit omdat je niet genoeg legers hebt om jezelf te verdedigen? Dan kun je de invasie uitstellen door geen kaarten te pakken, maar te kiezen voor inkomsten. Maar als je vermoedt dat je tegenstanders weinig legers hebben (de blokjes worden achter zichtschermpjes bewaard), en zelf heb je er wel genoeg, dan is het natuurlijk wel leuk om een invasie te ontketenen die een slachting in de gelederen van de tegenstanders veroorzaakt, maar jou weinig problemen oplevert.
x
De acties zijn dusdanig overzichtelijk dat een spelersbeurt niet heel lang hoeft te duren, maar naarmate het einde nadert kan het spel een beetje gaan slepen omdat de afwegingen wat complexer worden, waardoor de speelduur toch in de buurt van de twee uur uitkomt. Desondanks is Comuni een interessant en volwassen spel, waar de veelspeler herhaaldelijk zijn tanden in kan zetten.
© 2009 Barbara van Vugt

Comuni, Acchittocca, Huch & Friends / Tenki Games, 2008 - 2 tot 5 spelers vanaf 12 jaar, 90 minuten


x
x
x