xxxx

Bizon
pagina 2

Uiteindelijk is iedereen in ‘Bison’ flink met blokjesmanagement bezig: een wit blokje op de actie zetten, dan nog met de andere blokjes de inventarislijst bijwerken, en de Indianen, blokjes dus, op het bord zetten, bewegen of vervangen.

Wat in het begin verwarrend kan werken: de spelers hebben hun Indianen, wigwams en kano’s voor zich liggen waar ze voor de aanschaf ervan al voor hebben moeten betalen, maar voor het plaatsen moet ook nog eens betaald worden. Dit vergt enige gewenning.

De ‘losse’ Indianen moeten zo snel mogelijk voor een wigwam of kano worden omgeruild; op deze manier komen ze weer terug in de eigen voorraad en hoeven ze niet onnodig voor een hoge prijs te worden geronseld op de markt.

x

De illustraties gemaakt door Franz Vohwinkel doen om meerdere redenen geforceerd aan; de min of meer fotorealistische landschappen zijn hier en daar flink met de computer uit elkaar getrokken. Een tweede, speltechnische reden is dat volgens de regels verschillende landschapstypen aan elkaar kunnen grenzen, waardoor twee aangrenzende tegels vaak een abrupt overgang hebben.

De eindwaardering is een beetje kunstmatig in de afhandeling: waar de spelers gedurende het spel hun beestenboel gedurig aan het opkrikken zijn, wordt er bij de eindwaardering alles eerst weer op nul wordt gezet om nog slechts een laatste eindtelling te doen. Het heeft hierdoor weinig zin om in de laatste ronde zuinig met het beestenspul te om te springen; zoveel mogelijk opmaken en optimaliseren is het devies.

x

Wanneer een speler zijn 4-kano of 4-wigwam heeft gebouwd, is de druk voor een andere speler van de ketel en kan deze zijn aandacht naar een ander gebied verleggen om te proberen er een meerderheid te halen.
Concentratie van Indianen is ook niet goed; het is vaak beter om overal een beetje vertegenwoordigd te zijn; en niet uit het oog moet worden verloren dat een derde of vierde plaats soms meer opbrengt dan een tweede plaats! Dit is een aardige toevoeging; het maakt de afwegingen nog lastiger, maar het spel wel leuker.

x

Never a dull moment’, moeten de jongens op de R&D-afdeling bij Phalanx gedacht hebben. Werden we bij ‘Mesopotamië’ al getracteerd op een ingenieus getande tegel, in ‘Bison’ mogen we de variant op de zeshoek verwelkomen. Het houdt ons wat dit betreft in ieder geval nieuwsgierig naar het volgende spel!

‘Bizon’ is een aantrekkelijk spel met een ‘groeifactor’: eerst doet het je niet zoveel, maar na een paar keer spelen word je toch geobsedeerd door de mogelijkheden, en vooral de beperkingen! Wat dat betreft is het weer het klassieke chansonnette: veel willen, en weinig kunnen doen.

Saillant detail: eerst werd er in 'Bizon' op adelaars gejaagd, maar de potentiële Amerikaanse uitgever vond het jagen op hun nationale symbool niet passend; wat leggen de Amerikanen in ene een compassie aan de dag zeg! Maar goed, nu komen in plaats daarvan de kalkoenen vanuit de bergen (!) panklaar op tafel! Jongens, aanvallen! O nee, eerst: verzamelen!
© 2006 Richard van Vugt

x
Bizon, Wolfgang Kramer & Michael Kiesling, Phalanx Games, 2006 - 2 tot 4 spelers vanaf 10 jaar, 90 minuten

x
x
x