xxxx xxxx

Augsburg 1520
Auteur: Karsten Hartwig
Uitgever: Alea/Ravensburger
Jaar: 2006


recensie door

x
Leen geld uit aan de (invloed)rijken van de samenleving, en je kunt er zaken voor terug krijgen die gewoonlijk met geld niet te koop zijn. Jakob Fugger was in zijn tijd zeer succesvol met deze strategie, en in 'Augsburg 1520' treden de spelers in zijn voetsporen. Ze lenen hun geld uit aan vijf verschillende edellieden, en de resulterende schuldbekentenissen worden gebruikt als chantagemiddel, om omhoog te klimmen op de maatschappelijke ladder. Iedere speler heeft een ontwikkelingsbordje voor zich met drie categorieën: handelsposten, adelstand en ambten. De handelsposten genereren geld, de adelstand levert prestigepunten op en de ambten geven recht op extra kaarten. De vooruitgang op deze drie ladders dient zorgvuldig uitgebalanceerd te worden om naar de overwinning te kunnen leiden. De winnaar is de speler die aan het eind van het spel de meeste prestigepunten heeft binnengehaald.
x
Het spel verloopt afhankelijk van het spelersaantal in vier tot zeven rondes. Deze zijn weer onderverdeeld in twee fasen. Aan het begin van het spel krijgen de spelers een aantal schuldbekentenissen gedeeld. Op iedere schuldbekentenis staat een adellijke afgebeeld, en het uitgeleende bedrag, varierend van 150 gulden tot 400 gulden. Tevens staat er een getal tussen 1 en 17 afgebeeld: hoe hoger het uitgeleende bedrag, des te hoger dit getal. Spelers mogen dan beslissen welke van de gedeelde schuldbekentenissen ze willen houden; hiervoor moet het aangegeven bedrag betaald worden (dat is immers uitgeleend aan de edelman in kwestie). Zover de geldvoorraad van een speler strekt mag hij zo veel van zijn gedeelde kaarten kopen als hij wil; de rest gaat terug naar de voorraad.
x
In fase 1 gaan de spelers op audiëntie bij de vijf adellijken. Het idee is dat de spelers de adellijken dan confronteren met de bij hun gemaakte schulden door ze de schuldbekentenissen met hun afbeelding in het gezicht te slingeren; de speler waarbij de edelman in kwestie het meeste geld geleend heeft, heeft dan de mogelijkheid om een gunst af te dwingen. In de praktijk verlopen deze bezoeken via een veiling. Allereerst staan de spelers met zijn allen bij Philipp op de stoep. Te beginnen met de startspeler wordt geboden met kaarten (schuldbekentenissen) met de afbeelding van Philipp. Hiervoor is in eerste instantie alleen het aantal kaarten van belang, en niet de waarde van de kaarten. Een volgende speler mag het bod verhogen, of meegaan met het bod van zijn voorganger (dat is: hetzelfde aantal kaarten bieden).
x
Dit gaat net zo lang door tot ofwel iedereen behalve één speler gepast heeft, ofwel tot iedereen die nog niet gepast was hetzelfde aantal kaarten heeft geboden als zijn voorganger en het bod dus een hele ronde lang niet is verhoogd. In het eerste geval wint de enige overgebleven speler de veiling, en in het tweede geval moeten alle betrokken spelers de kaarten die ze geboden hebben laten zien. In het laatste geval is de cijferwaarde op een kaart wel van belang en wint de speler met de kaart met de hoogste waarde de veiling.
x
De winnaar van de veiling mag een kaart uitzoeken uit een etalage van vijf. Op iedere kaart staan drie privileges afgebeeld, waarvan de speler er twee mag uitvoeren. De privileges komen overeen met de drie categorieën handelsposten, adelstand en ambten. Wanneer een speler kiest voor een privilege ‘handelsposten’ dan heeft hij de keus om ofwel een stap omhoog te gaan op de ladder (het neerleggen van het eerstvolgende fiche op zijn speelbord), wat recht geeft op extra inkomsten in fase 2, ofwel hij kan ervoor kiezen om het ‘recht’ te gebruiken dat staat afgebeeld op zijn huidige positie op de ladder. Dat recht bestaat uit het onmiddellijk pakken van 300 gulden.
x
Met het privilege ‘adelstand’ kunnen we het bloed wat blauwer van kleur maken: we beginnen allemaal als burgers, maar kunnen opklimmen naar baron, graaf of zelfs vorst. Dit levert in fase twee extra prestigepunten op. Ook in de categorie ‘adelstand’ kan gekozen worden om in plaats van een stap omhoog te doen, gebruik te maken van het recht van de huidige positie op de ladder. Een baron heeft geen extra rechten, maar een graaf mag een wapen pakken, dat 1 tot 4 punten waard is in fase 2, en een vorst mag een adelsbrief pakken, die 2 tot 5 extra punten oplevert. In de categorie ‘ambten’ kunnen extra schuldbekentenissen verdiend worden, die in fase 2 uitgekeerd worden. Als ‘recht’ kan gekozen worden voor de muntmeester, die iedere ronde een gratis schuldbekentenis krijgt, of een bouwmeester, die als extra actie een kerk of dom mag bouwen.
x
Die bouwwerken zijn belangrijk, want een speler zonder kerk blijft op het scorespoor steken bij 25 punten, en een speler met een kerk maar zonder dom mag niet voorbij de 40 punten. Ook spelers zonder bouwmeester mogen een kerk of dom bouwen, maar dat kost ze een privilege. De eerste speler die een kerk bouwt moet hier 900 gulden voor betalen. De daaropvolgende kerken worden steeds goedkoper: de vijfde speler hoeft nog maar 100 gulden neer te tellen voor een kerk! Een dom kost tussen de 1200 en 100 gulden.
x
x
x